Ultrasocialisme
Een georganiseerde vermindering van de arbeidsduur is georganiseerde verarming.
(Artikel door professor Marc De Vos, oprichter van het Itinera Institute en laureaat van de Prijs voor de Vrijheid 2019 van denktank Libera!, zoals oorspronkelijk gepubliceerd in Trends op 20 februari 2024.)
Een verkiezingscongres van de Waalse socialisten is altijd goed voor een dosis consternatie of ergernis in Vlaanderen. Deze keer verbaasde PS-voorzitter Paul Magnette vriend en vijand met een pleidooi voor een 32 urenwerkweek en extra verlofdagen voor rust en familie, telkens met loonbehoud natuurlijk.
Op het moment dat België voor tientallen miljarden begrotingstekorten moet dichten en meeruitgaven door de vergrijzing moet dekken, dat grotere en beter bestuurde buurlanden investeringen met megasubsidies voor onze neus wegkapen, dat een nieuwe koude oorlog en wapenwedloop aanbreken, kiezen de Waalse socialisten met minder werken voor minder welvaart. Als we niet uit welvaart kunnen putten, dan rest alleen een verder verval of nog hogere belastingen, die op hun beurt ons welvaartspotentieel aantasten.
Kosten- en talentinfarct
Een georganiseerde vermindering van de arbeidsduur is georganiseerde verarming. Voor de werkgevers betekent een 32 urenwerkweek zonder loonverlies een loonsverhoging van 16 procent, alleen te compenseren met hogere prijzen of met een hogere productiviteit, die dure investeringen in machines en technologie vergt. Een regelrecht kosteninfarct voor de bedrijven, die met de automatische loonindexering, de dure energie en de klimaatpolitiek al tegen een kostenberg aankijken. En in de eerste fase wil de PS het minimumloon al met 40 procent optrekken, tot 2.800 euro per maand. Dat heet werk vernietigen.
Boven op het kosteninfarct komt een talentinfarct. De demografische vergrijzing betekent een structureel tekort aan menselijk talent in onze economie: voor elke 100 Vlaamse gepensioneerden komen er maar 80 nieuwkomers op de arbeidsmarkt. De Waalse socialisten willen die schaarste nog erger maken met arbeidsduurvermindering en extra verloven. Aan de ondernemers om te puzzelen, te dokken of gewoon te vertrekken. De tweede ronde verarming.
Georganiseerde vermindering van de arbeidsduur is een recept van de twintigste eeuw. We hebben dat in België beproefd, om massawerkloosheid te bekampen met herverdeling van de arbeid onder de werkenden – denk maar aan het brugpensioen.
Maatwerk
Het is ronduit verbijsterend te zien hoe dat dogma blijft overleven in de 21ste eeuw, waarin niet de werklozen maar de werkwilligen de uitdaging zijn. De demografische realiteit dwingt ons om veel meer mensen veel meer werkkansen te laten benutten, niet om schaars talent in een dwangbuis van 32 uren te stoppen.
Werken is en wordt ook steeds meer afwisselend, op maat, per project, deeltijds, vanop afstand, met pieken en dalen. Om ons talent kansen te geven, de economie zuurstof en de families het welzijn om werken en leven te combineren, is maatwerk noodzakelijk. Niet collectief gestandaardiseerde arbeidsduur, maar individueel gepersonaliseerd en variabel, geschoeid op de persoonlijke loopbaanfase in plaats van op de werkweek. Het lijkt wel alsof Magnette en co mentaal vastzitten in een vervlogen industrieel verleden.
Tussen PS en PVDA-PTB staan twee arbeidsuren per week: de marxisten willen een 30 urenwerkweek. Tussen PS en alle andere Vlaamse partijen gaapt een kloof. Waarom tekent de belangrijkste beleidspartij van Wallonië voor een reactionair ultrasocialisme, dat de budgettaire, de economische en de politieke realiteit ontkent? Electorale calculus is een goedkoop excuus. De PS bekent zich als een partij die welvaart ondergeschikt maakt aan een politiek ‘recht op geluk’. Ontgroeien, zeg maar.
Vervelend toch, hoe de toekomst van de sociale zekerheid, van het klimaat, van onze veiligheid en van alle andere maatschappelijke uitdagingen juist meer groei en meer middelen vergt. Wie zal dat betalen? Niet de PS-kiezers. Ongewild plaveit Magnette de weg naar een verdere regionalisering. Of is dat juist gewild?