Hoe Europa uw koopkracht aantast

ma 29 jul 2024 - 08:10

Een analyse van het (monetair) beleid van de ECB en de Europese Unie.

(Artikel door Pieter Cleppe, ondervoorzitter van Libera! en hoofdredacteur van BrusselsReport.eu, zoals oorspronkelijk gepubliceerd op Doorbraak op 29 juli 2024.)

De inflatie blijft hoog in Europa, en de EU-instellingen treffen schuld. Zowel het monetaire beleid van de ECB als het energie- en klimaatbeleid van de EU hebben bijgedragen aan de opwaartse prijsdruk. Gelukkig hebben internationale handel en technologische innovatie een neerwaarts effect, maar het is geenszins zeker dat dit de foute beleidskeuzes van EU en ECB compenseert.

Uit onlangs vrijgegeven cijfers van Eurostat blijkt dat de overheidsschuld van de 20 lidstaten van de eurozone nu een recordhoogte van 88,7 procent van het BBP heeft bereikt. In het vorig kwartaal was dat nog tegen 88,2 procent. Nauw hiermee verbonden zijn speculaties dat de Europese Centrale Bank de rente wel eens opnieuw zou kunnen verlagen om de herfinanciering van publieke schuld makkelijker te maken. Uiteindelijk betalen spaarders daarbij het gelag.

In juni bereikte het verschil in de kost om te lenen tussen Frankrijk en Duitsland het hoogste niveau sinds 2012. Dat is een belangrijke indicator voor instabiliteit van de muntunie. Dit volgde op een ratingverlaging van Frankrijk en een politieke crisis, na de nederlaag van Macron in twee opeenvolgende verkiezingen in juni.

Taylor Rule

Volgens een ZEW-enquête verwachten de meeste economen die de kwestie op de voet volgen dat de ECB de rente in september zal verlagen. Dit ondanks het feit dat de leidende economie van de eurozone, Duitsland, allesbehalve behoefte heeft aan een renteverlaging.

Volgens de zogenaamde Taylor Rule, een monetaire beleidsregel die werd ontwikkeld om centrale banken te helpen de inflatie te minimaliseren, zou het juiste renteniveau voor de eurozone 5,75% moeten zijn. Dat is hoger dan de huidige rente van 4,25%, niet lager. Een belangrijke reden hiervoor is dat de ‘kerninflatie’ in de eurozone, de inflatie exclusief energie en voedsel, nog steeds hoog is met 3,3%, ruim boven de ECB-doelstelling van 2%.

Spilziek

Dat de ECB niet bepaald vertrouwen inboezemt, is zacht uitgedrukt. Medio juli waarschuwde huidig ECB-president Christine Lagarde dat ‘extreme weersomstandigheden en de zich ontvouwende klimaatcrisis in bredere zin de voedselprijzen kunnen opdrijven’. Dat zal wel zo zijn, maar misschien is het passend dat bij het zoeken naar de oorzaken van inflatie, de ECB focust op het goedkoop geldbeleid van de ECB, dat dient om spilzieke Europese welvaartsstaten zoals België te helpen om vooral niet te besparen.

Dergelijke opmerkingen zijn in elk geval in lijn met de obsessie voor klimaatbeleid bij de instelling. Eerder dit jaar zei de Nederlandse ECB-topambtenaar Frank Elderson tegen ECB-medewerkers dat als ze niet groen waren, ze niet langer gewenst waren: ‘Waarom zouden we mensen willen aannemen die we moeten herprogrammeren? Omdat ze van de beste universiteiten komen, maar nog steeds niet weten hoe ze het woord ‘klimaat’ moeten spellen.’ Hij voegde eraan toe: ‘Ik wil deze mensen niet meer.’

De opmerkingen leidden tot verontwaardiging binnen en buiten de ECB. Maar Elderson, die vorig jaar zelfs durfde te interveniëren in een wetgevend debat over de Europese Natuurherstelwet, werd niet gedwongen om af te treden.

Ondertussen stegen overal in Europa vastgoedprijzen fors, mede door het feit dat lenen zoveel goedkoper werd, als gevolg van ECB-beleid.

Niet enkel de ECB is verantwoordelijk

Een expansief monetair beleid is een factor die prijzen opdrijft, maar er zijn natuurlijk ook andere factoren. Dan denken we natuurlijk aan de Europese experimenten met energievoorziening – sluiten van kerncentrales en Europese opwekking van fossiele brandstoffen – in het kader van het Europees klimaatbeleid. Maar ook aan nieuwe protectionistische maatregelen, zoals het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) van de EU. Dat is een nieuw klimaattariefsysteem dat importheffingen zal opleggen aan producten zoals staal, cement en elektriciteit, gebaseerd op de koolstofdioxide-uitstoot van hun productie.

In tegenstelling tot wat sommige politici proberen te beweren, worden tarieven – zoals alle verkoopbelastingen – betaald door de koper, niet door de verkoper. Europese consumenten betalen dus uiteindelijk de rekening.

‘Groene’ maatregelen

En dan zijn er ook nog de nieuwe, ‘groene’ EU-maatregelen die de prijzen voor de toch al onder druk staande Europese consument nog verder opdrijven. Onlangs onthulde een nieuw rapport van GlobalData dat de nieuwe ontbossingsverordening van de EU (EUDR) alleen al voor producten als palmolie en rubber 1,5 miljard dollar aan nalevingspremies kan opleveren. Ook hier zullen consumenten de rekening betalen. Deze laatste zaak heeft de handelsbesprekingen met Zuidoost-Azië ernstig verstoord, waar landen als Maleisië het niet fair vinden dat ondanks de vooruitgang op vlak van ontbossing, die ook door NGO’s wordt vastgesteld, de EU weigert om standaarden van handelspartners op dit vlak te erkennen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk.

Dit alles past in een breder kader waarbij de EU handelsonderhandelingen meer en meer misbruikt om de eigen, steeds innovatie-vijandiger regelgeving te exporteren. Handelspartners maakten zich daar kwaad over afgelopen lente op een vergadering van de WHO. De hoogste EU-Commissie-ambtenaar op vlak van handel, Sabine Weyand, erkende toen het probleem. Laat ons hopen dat een koerswijziging een optie is.