Hoe centrale planning faalt in de aanpak van milieuproblematiek

ma 6 nov 2023 - 14:48

In heel Europa neemt het verzet tegen het klimaatbeleid van de EU toe vanwege de exorbitante kosten.

(Artikel door Pieter Cleppe, ondervoorzitter van Libera! en hoofdredacteur van BrusselsReport.eu, en Rod Richardson, voorzitter van het Grace Richardson Fonds, zoals oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op BrusselsReport.eu op 9 oktober 2023.)

Veel van dat beleid komt tot stand in het kader van de Europese Green Deal", een reeks voorstellen van de Europese Commissie van Ursula von der Leyen die al heel wat uitvoering kende.

Zo is er de "Europese klimaatwet", die strengere CO2-emissiereductiedoelstellingen oplegt, een nieuw centraal planningsregime voor de landbouw met de naam "Farm to Fork"-strategie, het "Actieplan Circulaire Economie", alsook nieuwe regelgeving die verplichte renovatie van gebouwen oplegt. En alsof dat nog niet genoeg is, komt de nieuw voorgestelde "natuurherstelwet" met nog een ronde van beperkingen op waar je mag bouwen. 

Bovendien heeft het steeds verder uitbreidende Europees emissiehandelssysteem rechtszaken uitgelokt van lidstaten zoals Polen. Maar omdat het ETS zowel het concurrentievermogen van de EU schaadt als leidt tot CO2-lekken (koolstofrijke productie wordt alleen maar verplaatst), heeft de EU een klimaattarief, met de naam “Carbon Border Adjustment Mechanism” (CBAM), bedacht, waardoor bepaalde imports in de EU zullen worden belast. 

CBAM is uiteindelijk waarmee de EU het falen van haar klimaatbeleid erkent. De EU geeft daarbij immers in feite toe dat Europa zichzelf in de voet heeft geschoten met haar beleid.  De oplossing van de EU?  Iedereen dan maar in de voet schieten.

Ondertussen is het nationale klimaat- en energiebeleid verworden tot een tegenstrijdige puinhoop van regeringen die elk verschillende winnaars en verliezers kiezen en zich op elk niveau met de markt bemoeien, met verboden, beperkingen, door de staat afgedwongen monopolies, subsidies en bestraffende koolstofprijsregelingen. 

Het voorspelbare resultaat? Hogere prijzen, slecht concurrentievermogen en stagnerende economieën. 

Het belangrijkste kenmerk van al deze wetgeving is dat ze haar uiteindelijke doel - het beschermen van de natuur - wil bereiken door technocratische dwang, dat wil zeggen door het opleggen van lasten en barrières, regulering, controle van bovenaf en natuurlijk grootschalige overdracht van rijkdom. Het moet anders.

Een alternatieve aanpak

Er is een beproefd alternatief, een alternatief dat niet dwingt, dat lasten en barrières wegneemt, dat geen winnaars en verliezers kiest, dat leidt tot lagere prijzen, een sterker concurrentievermogen en een versnelde ontkoling en welvaart.

Nu centrale planning, regulering en een bestraffende aanpak, met koolstofbelastingen, koolstoftarieven en verhandelbare emissierechten de steun van de bevolking aan het verliezen is, zouden EU-beleidsmakers deze nieuwe aanpak moeten overwegen. Die aanpak is vastgelegd in een reeks suggesties van leden van de "Climate & Freedom International Coalition ". Deze groep economen, denktanks, wetenschappers en beleidsmakers hebben een verdragskader uitgewerkt, "The Climate & Freedom Accord.

Dit akkoord, een voorgesteld internationaal verdragskader, start met drie logische observaties. 

  • Ten eerste, aangezien al onze technologieën moeten verbeteren om zowel netto nul als welvaart te leveren, is innovatie het essentiële instrument dat nodig is om klimaatverandering op te lossen.  
  • Ten tweede, aangezien vrijheid sinds de Verlichting de belangrijkste motor is geweest voor innovatieversnelling, zijn vrijheid en vrije markten het belangrijkste beleid dat nodig is om de innovatie te versnellen die nodig is om klimaatverandering op te lossen.
  • Ten derde, aangezien er niet zoiets bestaat als een nationale oplossing voor klimaatverandering, moeten we een manier vinden om vrije markt klimaatoplossingen - vrije handel, concurrentie, klassieke mensenrechten en belastingbeleid aan de aanbodzijde - snel wereldwijd te verspreiden, voor een maximale innovatieversnelling.

Deze benadering wordt ondersteund door onderzoek dat niet alleen aantoont dat de meest vrije economieën ook de schoonste zijn, maar eveneens dat concurrentie op zich ook decarbonisatie versnelt. Een voorbeeld: uit een onderzoek waarin concurrerende versus monopolistische Amerikaanse energiemarkten worden vergeleken, blijkt dat concurrerende energiemarkten 66% sneller koolstofvrij worden dan niet-concurrerende energiemarkten.  De reden is eenvoudig te begrijpen: concurrerende markten drukken de kosten, geven nieuwe innovators gemakkelijker toegang tot de markt en stellen consumenten in staat om nieuwere, schonere, goedkopere, gezondere en betrouwbaardere elektriciteit te eisen. Monopolies hebben geen economische reden om te innoveren, zich te bekommeren om consumentenwensen of kosten te besparen.

Andere aangehaalde studies tonen aan dat technologieneutraal fiscaal beleid aan de aanbodzijde, zoals kapitaaluitstel, helpt om koolstofarme innovatie te versnellen.  Ze verlagen de kosten van investeringen in nieuwe materiële vaste activa (PP&E). Dit stimuleert niet alleen nieuwe investeringen, maar ook banen en groei (terwijl het de inflatie drukt door het aanbod te vergroten). Dit belastingbeleid, dat in 1981 door de VS werd aangenomen, was ook de drijvende kracht achter de revolutie op het gebied van energie-efficiëntie door energie-efficiënte investeringen goedkoper en winstgevender te maken.  Het blijkt dat wanneer beleid de kosten van nieuwe productiemiddelen verlaagt, dit de toepassing van de nieuwste technologieën versnelt - altijd schoner en efficiënter dan oudere, viezere technologie, die snel wordt uitgefaseerd.

Met een schone lei herbeginnen

Het Climate & Freedom Accord stelt voor om met een schone lei te herbeginnen, waarbij landen die het akkoord hebben ondertekend het huidige verstorende klimaatbeleid, dat markten en innovatie belemmert, geleidelijk afschaffen en vervangen door een vrije marktbenadering van decarbonisatie door versnelling van innovatie.  

De landen van het Akkoord zouden het hierboven beschreven vrijemarktbeleid, dat van oudsher de CO2-uitstoot vermindert, overnemen, en daarbij ook een paar nieuwe vrijemarktinnovaties die groei, innovatie en decarbonisatie nog sterker en doelbewuster zullen stimuleren. Dat eerste is een sterke stimulans voor alle vrije landen om zich bij het akkoord aan te sluiten.

Internationale CoVictory Obligaties, Leningen & Fondsen

De landen van het akkoord zouden voorts ook toegang krijgen tot enorme belastingvoordelen voor internationale kapitaalstromen voor investeringen en ontwikkeling, via een nieuw soort technologieneutrale, internationaal wederkerige belastingverlaging aan de aanbodzijde, ontworpen om innovatie, groei, ontkoling en de uitbreiding van vrije markten te versnellen. Elke vorm van particuliere schuld die wordt gebruikt om investeringen in materiële vaste activa of natuurbehoud te financieren, zou in alle landen van het akkoord belastingvrij zijn, wat betekent dat er geen belasting wordt geheven op rente. Dat verlaagt de kosten van schulden met misschien wel 30%. 

In elke ondertekenaar van het akkoord zouden ontwikkelaars, ondernemers, banken, hedgefondsen, beleggingsfondsen en allerlei financiers belastingvrij schuldpapier van welke aard dan ook kunnen verzamelen. Zulke "CoVictory Funds" - obligaties, leningen, zelfs spaarrekeningen - bundelen dan de fondsen en herinvesteren ze in elk akkoordland in particuliere PP&E- of natuurbehoudsprojecten. CoVictory Funds zouden particuliere kapitaalstromen tussen vrije naties versnellen om natuurbehoud en steeds schonere ontwikkelingsprojecten te financieren, wat een sterke stimulans zou zijn om deel te nemen aan een vrije markt.

Opmerkelijk genoeg zouden dergelijke belastingvrije CoVictory-fondsen precies hetzelfde soort technologieneutrale, koolstofarme voordelen hebben als kapitaaluitgaven.  Ze verlagen de kapitaalkosten voor PP&E en versnellen de overgang naar de nieuwste, schoonste technologieën, zonder winnaars of verliezers te kiezen. CoVictory Funds maken schone technologieën in feite goedkoper.  Ze verhogen ook het rendement op eigen vermogen en trekken niet alleen investeringen aan in de belastingvrije schuld, maar ook in het belastbare eigen vermogen.  

In tegenstelling tot kapitaaluitgaven hebben CoVictory-fondsen het extra voordeel dat ze internationaliseerbaar zijn, wat nuttig is voor het stimuleren van internationale kapitaalstromen via inclusieve investeringsmogelijkheden voor iedereen, van miljardairs tot iedereen die ook maar een bankrekening heeft.  Traditionele fiscale kapitaalsubsidies, zoals die in de Amerikaanse IRA, werpen daarentegen handelsbelemmeringen op en komen het meest ten goede aan de grootste investeerders... waardoor kleinere ondernemers, investeerders en minder bekende technologieën vaak worden uitgesloten en innovatie dus wordt tegengehouden. Winnaars en verliezers kiezen betekent eigenlijk dat je veel verliezers kiest en veel vernieuwers blokkeert.

Daarentegen kunnen CoVictory Funds, zonder sommigen te bevoordelen ten opzichte van anderen, worden gebruikt als een nieuw soort gemakkelijk te gebruiken, zeer democratische en inclusieve internationale stimulans om vrije markten uit te breiden en koolstofarme innovatie wereldwijd te stimuleren.  Ze kunnen dure subsidies, koolstofprijssystemen en de CBAM vervangen door een kosteneffectieve motor voor wereldwijde groei en versnelling van innovatie.  Ze kunnen de banden op het gebied van economie en energiezekerheid tussen de landen van de vrije wereld versterken.  Of helpen bij de wederopbouw van de door oorlog verwoeste infrastructuur van Oekraïne.  Of Israël.  Of Gaza.

“Schone belastingverlagingen”

Ten slotte voegt het akkoord, voor een volledige en krachtige decarbonisatie, nog een paar andere technologieneutrale maatregelen aan de aanbodzijde toe ("schone belastingverlagingen") die bedoeld zijn om innovatie, concurrentie, groei en decarbonisatie te stimuleren in de vier economische sectoren die 80% - 90% van de broeikasgasemissies veroorzaken: elektriciteitsopwekking, transport, onroerend goed en industrie.  

We kunnen de uitstoot in alle vier de sectoren verlagen met een eenvoudige belastingverlaging aan de aanbodzijde die gekoppeld is aan emissiereductie.  Dit vervangt niet het basis belastingbeleid aan de aanbodzijde, maar voegt slechts een kleine bonuskorting toe, bijvoorbeeld vijf procentpunten, voor bedrijven die de grootste emissiereducties realiseren. In de auto-industrie bijvoorbeeld kan duurzaamheid worden samengevat in één getal: de gemiddelde uitstoot van het wagenpark. Dus hoe lager de uitstoot, hoe lager het belastingtarief op het inkomen van bedrijven en investeerders. Deze eenvoudige methode brengt het gedrag van bedrijven op één lijn met het doel van emissiereductie. Van de directiekamer tot de werkvloer, elke investeerder en werknemer bezit aandelen in het bedrijf, die waardevoller worden naarmate de uitstoot en het belastingtarief dalen.  

Hetzelfde soort schone belastingverlaging zou kunnen worden toegepast in de hele transportsector en ook op fabrikanten van energie-efficiënte apparaten en industriële apparatuur. Het kan leiden tot steeds efficiëntere gebouwen en meer energieopwekking met lage of nulemissie of zelfs lagere emissies bij olie- en gasproductie.

Het akkoord biedt verder nog meer ideeën voor het versnellen van demonopolisering en baanbrekende innovatie.

Conclusie

Er zijn twee verschillende modellen van aanpak. Het ene streeft naar decarbonisatie door de barrières, lasten, kosten en controles voor iedereen te verhogen.  Het andere door barrières, lasten, kosten en controles voor iedereen weg te nemen - vooral voor nuttige vernieuwers, om kapitaalstromen naar de nieuwste, beste innovaties te versnellen. 

Het mag duidelijk zijn welke aanpak sneller zal leiden tot investeringen in koolstofarme innovaties, wat de economie het meest zal doen floreren en de koolstofarme economie van de toekomst domineren.