God op de campus?
Duel en controverse tussen de rectoren van de VUB en de KUL over religie op de universiteit. Een zorgwekkende invloed of net een kans voor inclusie?
(Artikel door Boudewijn Bouckaert, erevoorzitter van denktank Libera! en laureaat van de Prijs voor de Vrijheid 2022, zoals oorspronkelijk gepubliceerd op Doorbraak.be op 29 september 2024.)
‘Herr es ist zeit. Der Sommer war sehr gross. Leg deinen Schatten auf die Sonnenuhren und auf dem Fluren lass die Winde loss’. Kan men de eind septemberdagen poëtischer omschrijven dan Rainer Maria Rilke hier doet? Maar eind september brengt ons ook intellectuele schatten omdat dan onze rectoren, de CEO’s van onze grootste intellectuele bedrijven, hun visie laten gaan over allerlei samenlevingsproblemen.
Dit jaar kruisen VUB-rector Danckaert en KUL-rector Sels hoffelijk, als heren van stand, de degens over de plaats van religies aan de universiteit. Mag God aanwezig zijn op de campus en zo ja, hoe moet die aanwezigheid dan ingevuld worden? Moet God (of de Goden) er alleen maar bestudeerd worden of mag God er ook aangeleerd worden? Wat als er meerdere Goden op de campus opduiken? Moet de ene dan wijken voor de andere of kan er een ‘compromiscampusgod’ gebrouwd worden?
Handen af van de wetenschapsbeoefening
Boeiende vragen waarop Danckaert en Sels een verschillend antwoord geven. De VUB-rector is bezorgd over de toenemende religieuze invloed aan zijn alma mater. Hij heeft het daarbij niet over de geloofsovertuigingen en geloofsuitingen van zijn studenten. Die zijn vrij, zoals het aan een ‘vrije’ universiteit betaamt. Hij is er evenwel niet voor te vinden dat de universiteiten zelf voorzieningen leveren om godsdienstbeleving te faciliteren, zoals gebedsruimtes. Ook maakt hij zich bezorgd om het feit dat men om religieuze redenen weigert voorschriften na te leven die nochtans om wetenschappelijke en veiligheidsredenen noodzakelijk zijn, zoals bv. weigeren een hemd met korte mouwen te dragen bij bepaald labowerk. Kortom, volgens Danckaert mogen levensbeschouwingen en religies vrij bloeien aan zijn universiteit maar religieuze voorschriften mogen de goede werking van de eigenlijke universitaire missie niet in de weg staan.
Prikkelarm tot God
Niemand, zelfs Sels niet, zal ontkennen dat de VUB het recht heeft aan deze afstandelijkheid tegenover militant religieuze tendensen vast te houden. De hamvraag is evenwel of de houding van Danckaert specifiek is voor de VUB en zijn vrijzinnige traditie, dan wel niet de houding is die elke universiteit, die naam waardig, zou moeten innemen. Die vraag is relevant omdat de kwestie zich ook opdringt bij universiteiten die zich niet op een specifiek vrijzinnige traditie beroepen. Ook in Ugent, een universiteit zonder religieus-levensbeschouwelijke stempel, kwam de vraag naar het voorzien van ‘gebedsruimtes’. Met enige zin voor semantische handigheid werden dan her en der ‘stiltekamers’ of ‘prikkelarme ruimtes’ voorzien. Zo was iedereen tevreden. De moslims omdat ze in de stiltekamers de profeet misschien konden ontmoeten. De vrijzinnigen omdat het over stilte en niet over God ging. Of veel studenten deze prikkelarme ruimtes bezoeken weet ik niet maar mijn vermoeden is dat hun voorkeur steevast blijft uitgaan naar prikkelrijke ruimtes aan de Overpoort, de liederlijke studentikoze uitgangsbuurt.
KUL: ‘the big melting pot of God’
In wollige softie-taal schetst Sels hoe zijn alma mater de diversiteit en inclusie van religieuze stromingen opvangt. Zijn taal is zo zoetgevooisd dat men zich bijna een schurk voelt door er tegen in te gaan. Misschien wel de bedoeling? Volgens Sels kiezen studenten wijd en zijd voor zijn instelling omdat alle religieuze stromingen daar in peis en vree hun eigenheid kunnen beleven. KUL: ‘the big melting pot of God’. Hopelijk kan de rector deze stelling empirisch staven. Anders prevaleert toch sterk het vermoeden dat de KUL-keuze van de meeste studenten is ingegeven door de sterke wetenschappelijke reputatie van deze instelling. Tot mijn groot verdriet is de KUL trouwens mijn eigen Ugent voorbijgestoken in de Shanghai-ranking en staat nu te boek als de beste Belgische universiteit.
Sels verwijt Danckaert dat hij religies vooral associeert met polarisering. Dat is een onterechte opmerking. Danckaert heeft het niet over religies ‘as such’ maar over de spanningen die sommige zeer dogmatisch geïnspireerde geloofshoudingen oproepen ten opzichte van wetenschapsbeoefening. Dat hij daar niet wil van wegkijken strekt hem eerder tot eer dan dat een reden van ‘verontrusting’ (dixit Sels) zou zijn.
Hoe worden in ’the big melting pot of God’ de mogelijke spanningen die uit diversiteit en inclusie kunnen opstaan weggewerkt? Sels lanceert hiervoor twee toverwoorden : samen en harmonie.
Samen tot God
Samen verwijst naar de praktijk van gezamenlijke interreligieuze ontmoetingen zoals gemeenschappelijke diensten en gebedstondes. In hoeverre daardoor de identiteit van ‘katholieke instelling’ nog kan gehandhaafd worden laten we in het midden. Misschien een goede vraag om aan de paus voor te leggen bij zijn bezoek binnenkort. Of meer radicale militanten van een bepaalde godsdienst, om hem niet te noemen, hierdoor sterk vertederd zullen geraken, durven we toch betwijfelen.
Harmonie
Harmonie wordt bevorderd door beroep te doen op bemiddeling. Sels geeft het voorbeeld van vrouwonvriendelijke uitspraken in de studentenmoskee. Deze werden via bemiddeling opgelost. Hij zegt er evenwel niet bij wat het resultaat is van deze bemiddeling. Hebben de studenten hun vrouwonvriendelijke uitspraken ingetrokken of werd overeengekomen dat katholieke bedienaars zich bij die vrouwonvriendelijke uitspraken zouden aansluiten? Kwestie van de meningen te ‘harmoniseren’?
‘Pragmatiek’
Volgens Sels overheerst in de KUL de pragmatiek boven principiële stellingnames. Pragmatiek blijkt eerder een codewoord te zijn voor toegeeflijkheid. Met dat laatste is niets mis als de toegeeflijkheid wederzijds is. In een relatie tussen een partij met gematigde en genuanceerde overtuigingen en een partij met fanatieke en simplistische overtuigingen gebeuren de toegevingen meestal door de eerste. Pragmatiek wordt dan ‘soumission’. Sels moet opletten dat een katholiek student, met eigentijdse overtuigingen, zich op de duur niet beter thuis zal gaan voelen aan de VUB dan aan de pauselijke KUL.