Franse politieke crisis blijft uitdijen
De Franse parlementsverkiezingen van juni zorgden voor een verzwakking van de partij van Macron. Na heel wat onderhandelen werd uiteindelijk voormalig Brexit-onderhandelaar Michel Barnier in het zadel gehezen, met gedoogsteun van het Rassemblement National van Marine Le Pen, iets wat voordien ondenkbaar was.
(Artikel door Pieter Cleppe, ondervoorzitter van Libera! en hoofdredacteur van BrusselsReport.eu.)
De hoop van Macron en Barnier was dat Le Pen de regering toch enige tijd zou gedogen. Dat is ijdele hoop gebleken. Begin deze maand steunde Le Pen een motie van wantrouwen die ingediend werd door de linkse oppositie. De stemming kwam er nadat de Franse regering had aangekondigd een beroep te zullen doen op grondwetsartikel 49.3, om de begroting buiten het parlement om te kunnen aannemen. Daarmee was het lot van de regering bezegeld.
Naar Le Pen’s beweegreden blijft het gissen. Hoopt zij op die manier Macron zo te verzwakken dat hij geen andere uitweg ziet dan een vervroegde Presidentsverkiezing – normaal gepland voor 2027 - uit te schrijven? Vreest ze de rechtszaak over het bij de eigen politieke partij illegaal tewerkstellen van assistenten van het Europees Parlement? Het Frans Openbaar Ministerie eiste onlangs dat als die feiten worden bewezen, Le Pen zich voor vijf jaar niet meer verkiesbaar mag stellen. Zo’n straf kan het Franse “democratische bestel ontwrichten”, waarschuwde de Franse centrumpoliticus François Bayrou.
In elk geval kunnen er pas opnieuw vervroegde Parlementsverkiezingen worden uitgeschreven in juni 2025, en weigert Macron om vervroegd op te stappen als President. Ingeval er geen politiek akkoord wordt gevonden, is de Franse Grondwet trouwens niet duidelijk over wat de bevoegdheden zijn van een Franse regering die geen meerderheidssteun vindt in het Parlement. Zelfs over een soort van begroting van “voorlopige twaalfden”, waarbij de Franse overheid geld kan blijven uitgeven mits allerlei beperkingen, heerst er juridische onzekerheid.
Het is allemaal zorgwekkend, zeker gezien de staat van de Franse overheidsfinanciën. De Franse bevolking weigert eenvoudigweg de besparingen en belastingverhogingen die Barnier wilde doorduwen om de Franse begroting – deficitair sinds 1974 - terug enigszins op orde te krijgen. Uiteraard is er binnen het Eurozonebestel wel de Europese Centrale Bank, die op de kap van Europese spaarders met de regelmaat van de klok spilzieke welvaartstaten zoals Frankrijk ondersteunt, maar als de ECB daar te ver in gaat, zorgt dit terecht voor politieke spanningen met andere euro-lidstaten, niet in het minst met het al even weinig politiek stabiele Duitsland, waar in februari vervroegde verkiezingen plaatsvinden.
Daarbovenop speelt er zich op Europees niveau een belangrijke onderhandeling af over het handelsakkoord tussen de Europese Unie en het Latijns-Amerikaanse handelsblok Mercosur. Net op het moment dat er in Frankrijk een grote politieke crisis uitbrak, reisde Europees Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen immers naar Uruguay, waar ze met het Mercosur-akkoord instemde, na maar liefst 25 jaar onderhandelen tussen beide handelsblokken.
De goedkeuring van Mercosur gooit olie op het vuur
Naar alle waarschijnlijkheid zal de Europese Commissie de handelsaspecten van het Mercosur-akkoord afsplitsen van de meer politieke aspecten, waardoor nationale parlementaire ratificatie niet nodig is om de handelsaspecten op zijn minst provisioneel in voege te laten treden. Toch moeten de lidstaten van de EU ook dan nog hun akkoord geven binnen de Raad van de EU, bovenop goedkeuring van het Europees Parlement. Het is maar de vraag of Frankrijk daar geen blokkeringsminderheid zal vinden. Frankrijk zou er in geslaagd zijn om Polen en Oostenrijk achter zich te scharen, en in Nederland is een parlementaire meerderheid tegenstander, maar cruciaal zal het standpunt zijn van de Italiaanse regering van Giorgia Meloni. Haar regeringsleden lieten al tegenstrijdige standpunten horen over Mercosur.
Argumenten dat Franse bedrijven ook veel te winnen hebben bij minder handelsobstakels en dat het akkoord met Mercosur het grootste handelsakkoord is dat ooit gesloten werd door de EU vallen meer en meer in dovemansoren. De economische neergang waar Europa mee te maken heeft – voornamelijk door eigen toedoen – gaat gepaard met een toegenomen steun voor protectionisme, iets wat ook in de Verenigde Staten opgang maakt, met de verkiezing van Trump.
De Europese Unie heeft het aan zichzelf te danken dat Mercosur niet eerder is afgeklopt. Enkele jaren geleden kwam het plots met nieuwe eisen om allerlei milieustandaarden op te dringen aan de Latijns-Amerikaanse handelspartners. Die konden daar uiteraard niet mee lachen. Daarbovenop zorgde de nieuwe Europese ontbossingsrichtlijn, waarbij Europa forse bureaucratische standaarden oplegt aan invoerders van hout, voor een verzuurde relatie met handelspartners. In eerste instantie waren grote exporteurs van palmolie, Maleisië en Indonesië, hier kwaad over.
Zij vonden het onfair dat de EU hun lokale ontbossingsstandaarden weigert te erkennen, ondanks het feit dat NGO’s hen verleden jaar nog loofden voor een daling van de ontbossing. Temeer daar het Verenigd Koninkrijk die lokale standaarden wel gewoon erkent. Nadien sloten Braziliê en ook de V.S. zich bij het protest aan. Het leidde tot een uitstel van een jaar van de ontbossingsrichtlijn, maar de wetgeving is dus nog steeds niet van tafel. Het Mercosur-akoord voorziet nu in een “betere behandeling” van de Mercosur-landen bij de beoordeling van hun naleving van de nieuwe ontbossingsregels van de EU, wat betekent dat niet-Mercosur-leden die goed presteren op het gebied van milieu-indicatoren benadeeld kunnen worden. Ondanks Maleisië's “koolstofvasthouden” in de palmolie-industrie of boomplantprogramma's - gestimuleerd door de Malaysian Palm Oil Green Conservation Foundation (MPOGCF) - zou het daarom benadeeld worden in vergelijking met landen als Brazilië, die niet zo succesvol zijn geweest in het tegengaan van ontbossing. Dit alles laat zien hoe gevaarlijk het is om handelsovereenkomsten te politiseren.
Daarbovenop is er ook het nieuwe Europese klimaattarief Carbon Border Adjustment Mechanism of CBAM, waarbij de EU de imports van handelspartners zal beginnen bestraffen met extra douane-tarieven omdat die weigeren hetzelfde klimaatbeleid als het Europese te volgen. India is hier erg boos over, maar ook in het Verenigd Koninkrijk heerst hier bezorgdheid over. Er wordt zelfs gedacht om een Britse CBAM equivalent in te voeren, maar volgens een studie van de UK Growth Commission “zou dit kunnen leiden tot een verlies van het BBP per hoofd van de bevolking van ongeveer 150 tot 300 pond.”
Een alternatief klimaatbeleid zou volgens denktanks als het Warsaw Enterprise Institute er in kunnen bestaan om om het collectivistische Akkoord van Parijs te vervangen door een “Klimaat & Vrijheidsakkoord”. Ondertekenaars van dit verdrag zouden profiteren van handelsvoordelen als ze klimaatvriendelijk vrijemarktbeleid implementeren, bijvoorbeeld door “belastingwijzigingen ... om investeringen in PP&E (Property, Plant, and Equipment) winstgevender te maken op een manier die bedrijven niet alleen stimuleert om hun huidige capaciteiten te behouden, maar ook om te moderniseren en nieuwe projecten te ontwikkelen.” Het akkoord bevat ook een aanbeveling om “alle soorten subsidies op een ordelijke en geleidelijke manier af te schaffen”. De nieuwe Amerikaanse President Trump wil alvast opnieuw uit het Akkoord van Parijs stappen, dus binnenkort zal de Europese Unie misschien wel fundamenteel beginnen nadenken over het eigen klimaatbeleid dat gepaard gaat met protectionisme.
Het spook van protectionisme
Het is duidelijk dat wie voortdurend handelsonderhandelingen probeert te misbruiken om de eigen politieke agenda door te drukken, op den duur de publieke steun voor handelsakkoorden ondermijnt. De publieke opinie ziet dergelijke onderhandelingen dan terecht als een kluwen van particuliere bedrijfsbelangen, waarbij niet het eenvoudigweg wegwerken van handelsbelemmeringen centraal staat, maar wel het opdringen van allerlei regelgevende standaarden die op maat zijn geschreven van de grote exporteurs. Zeker in Frankrijk is dat een van de redenen waarom vrijhandel niet wordt geassocieerd met meer keuze en lagere prijzen voor consumenten of meer opportuniteiten voor Franse bedrijven om hun producten en diensten aan meer mensen aan te bieden.
De waarheid gebiedt te zeggen dat de publieke opinie deels gelijk heeft, want grote handelsakkoorden zoals het Mercosur-EU akkoord betreffen geen echte “vrije handel” maar wel “managed trade”. Al betreft het wel nog steeds een vrijmaking van de handel, in netto-termen.
In elk geval zorgt de afsluiting van het Mercosur – akkoord voor nog meer onrust in de Franse politiek. Sophie Primas, de Franse minister van Handel, waarschuwde dat dit “niet het einde van het verhaal is. (…) Dit verbindt alleen de Commissie, niet de [EU] lidstaten.” Haar collega Annie Genevard, de Franse Minister van Landbouw, stelde: “Deze overeenkomst garandeert op geen enkele manier de wederkerigheid van de normen die aan onze eigen producenten worden opgelegd.”
Men hoeft geen politiek genie zijn om in te zien dat dit alles meer koren op de molen zal zijn van Le Pen om uit te varen tegen de EU, maar ook de Franse linkerzijde zal hier garen bij spinnen. Macron kan perfect elke zes maanden een nieuwe Premier aanduiden, en nog eens een parlementsverkiezing laten plaatsvinden in juni, in de hoop dat dit zijn partij bevoordeelt. Een nieuwe nederlaag zou volgens waarnemers echter veel druk kunnen leggen op de Franse President Macron om af te treden en nieuwe Presidentsverkiezingen uit te schrijven. De kruik gaat zo lang te water tot ze barst.