Een tweede ambtstermijn voor Donald Trump
Wat kan de Europese Unie nu allemaal verwachten?
(Artikel door Pieter Cleppe, ondervoorzitter van Libera! en hoofdredacteur van BrusselsReport.eu, zoals oorspronkelijk gepubliceerd op Business-AM op 16 november 2024.)
Europese beleidsmakers lijken zich af te vragen wat te doen na de overwinning van Donald Trump in de Amerikaanse presidentsverkiezingen, en in het bijzonder wanneer het gaat om diens dreigement om nieuwe tarieven op te leggen aan imports uit de EU. Een groot gevaar hier is dat de Europese Unie haar hand zwaar zou overspelen en ervoor zou kiezen om als eerste toe te slaan.
Dat is mogelijk doordat een tijdelijk moratorium op vergeldingsheffingen van de EU tegen eerder aangekondigde tarieven van de VS in maart 2025 afloopt. Als de EU niets doet, komen er dus extra tarieven op Amerikaanse imports. Men hoeft geen groot politiek genie te zijn om te begrijpen dat “eerst toeslaan” niet de beste manier is om met Donald Trump om te gaan, ook al geloven sommigen, zoals de voormalige ambassadeur van het Verenigd Koninkrijk in Washington, Lord Darroch, dat Trump eerst zal toeslaan en dan tegen landen zal zeggen: “Als je wil dat ze worden opgeheven, wat ga je dan doen om de handelsrelatie weer in evenwicht te brengen?”
“The Art of the Deal”
In elk geval is iedereen het erover eens dat er met Trump altijd wel een deal te sluiten valt. In 2018 schreef hij op Twitter: “De Europese Unie komt morgen naar Washington om te onderhandelen over een deal over Handel. (…) Ik heb een idee voor hen. Zowel de VS als de EU laten alle tarieven, barrières en subsidies vallen! Dat kan dan eindelijk Vrije Markt en Eerlijke Handel worden genoemd! Ik hoop dat ze het doen, wij zijn er klaar voor – maar ze zullen het niet doen!”
Zoals de Zweedse klassiek liberale denker Johan Norberg het heeft verwoord: “De tarieven van Trump zullen vooral Amerikanen pijn doen. Europa moet niet reageren door Europeanen te kwetsen met vergeldingsheffingen, maar door alternatieve deals aan te bieden die Trump kunnen verleiden en de vrijhandel kunnen verdiepen met een wereldwijde coalitie van bereidwilligen.”
“We denken dat tarieven zullen moeten wachten,” tot misschien over een jaar, schreven analisten bij Barclays na de Amerikaanse verkiezing. Ook de Britse regering gelooft naar verluidt dat Trump zijn algemene aanpak van tarieven waarschijnlijk zal afzwakken omdat het de inflatie in de VS zou opdrijven. In plaats daarvan denken de Britse ministers dat hij waarschijnlijk een sectorgewijze aanpak zal volgen, met een focus op tarieven op staal, aluminium, technologie en auto’s.
Scott Bessent, de hedgefondsmanager die favoriet is om de nieuwe minister van Financiën van Donald Trump te worden, heeft benadrukt dat er een “onderhandelingspoot” zal zitten aan het tariefplan van Trump.
Interessant genoeg zijn de eerste signalen dat Trump enige flexibiliteit wil tonen al binnen.
Volgens geruchten overweegt hij om de Britse export vrij te stellen van tarieven. Belangrijk is dat de Britse regering al heeft aangegeven dat ze geen vergeldingsmaatregelen tegen de VS zal nemen in het geval er toch een handelsoorlog komt, omdat ze vreest dat een dergelijke stap Donald Trump alleen maar zou provoceren en weinig zou opleveren.
Als de Britse premier Keir Starmer zou ingaan op de deal die Trump aanbiedt, dan zou die waarschijnlijk zaken inhouden die het voor het VK moeilijker maken om de EU-regels te gaan schaduwen, iets wat de EU graag zou hebben.
Handel als instrument om beleidsvoorkeuren op te dringen
Dit zou positief zijn. De toegenomen neiging van de EU om handelsgesprekken te misbruiken door ze te overladen met eisen op het gebied van regelgeving voor handelspartners is zeer verontrustend voor iedereen die vrije en open handel steunt. In een ideale wereld zou het VK geen handel met de EU hoeven op te offeren om de handel met Amerika te vergroten. Dat wordt echter moeilijk door de niet-aflatende pogingen van de EU om handel te koppelen aan regulering, waarmee de EU dus de eigen beleidsvoorkeuren aan handelspartners probeert op te dringen.
Een van de eisen die de regering-Trump waarschijnlijk naar voren zal schuiven om tarieven te vermijden, is de ontbossingsrichtlijn van de EU. Deze beschadigde eerst de handelsrelaties tussen de EU en Zuidoost-Aziatische palmolie-exporteurs, zoals Maleisië en Indonesië. Zij vonden het bijzonder oneerlijk dat ondanks het feit dat NGO’s zoals Global Forest Watch hen in 2023 loofden voor het sterk verminderen van ontbossing, de EU weigert om hun anti-ontbossingstandaarden als gelijkwaardig te verklaren. Dit vooral omdat al naar schatting 93% van de in Europa geïmporteerde palmolie duurzaam is en het Verenigd Koninkrijk de anti-ontbossingsstandaard van Maleisië wel als gelijkwaardig accepteert.
Het protest verspreidde zich echter en nadat ook Brazilië en de Verenigde Staten uitstel eisten, besloot de Europese Commissie toe te geven. Cruciaal was ook de druk vanuit Duitsland. CDU-Europarlementariër Peter Liese noemde de nieuwe ontbossingsregels van de EU zelfs een “bureaucratisch monster”.
Het onderliggende probleem hier is dat de EU in feite handel als wapen heeft gebruikt, iets waar ze anderen van beschuldigt. In plaats van te streven naar een grotere openstelling van de markten, eist de EU steeds meer van haar handelspartners dat ze zich aan een hele reeks regels houden. Dit is een van de redenen waarom het handelsakkoord tussen de EU en het Latijns-Amerikaanse handelsblok Mercosur nog steeds niet is afgerond.
Kortom, het tariefplan van Trump maakt deel uit van een brede onderhandeling, waarbij hij waarschijnlijk niet alleen van de EU zal eisen dat ze haar eigen tarieven verlaagt, maar ook dat ze stopt met het koppelen van dit soort dure en complexe regelgeving aan handel. Het goede is dat op het hoogste niveau van de EU-Commissie sommige beleidsmakers al op een andere lijn zitten. Sabine Weyand, de directeur-generaal voor Handel van de Europese Commissie, merkte eerder dit jaar op dat handelspartners steeds meer vraagtekens zetten bij het gebruik van handelsbeleid door de EU om op te treden als “mondiale regelgever”. Daarbij zette ze ook vraagtekens bij de manier waarop de EU omgaat met haar ontbossingsrichtlijn, door te stellen: “We moeten erkennen dat dit middel extreem belastend is en zeer moeilijk te halen voor ontwikkelingslanden en met name voor kleine en middelgrote ondernemingen en kleine boeren in deze landen.”
Verder zal Trump waarschijnlijk ook eisen dat de EU stopt met het instrumentaliseren van het staatssteunbeleid om achter Amerikaanse “big tech” bedrijven aan te gaan, wat nog bovenop de overregulering komt waarmee deze ondernemingen te maken krijgen. Ook dit is uiteindelijk welkom voor de EU. De EU negeert steeds vaker overtredingen van het staatssteunbeleid, dus het is ontmoedigend om te zien dat de EU dan dubbel zo hard optreedt tegen bedrijven als Apple, omdat ze fiscale rulings hebben afgesloten met lidstaten waarvan de EU beweert dat die mogelijkheid niet echt voor iedereen openstond. Hoewel je daar misschien iets voor kunt zeggen, hebben we het hier toch over een grijze zone. Het is duidelijk dat de EU prioriteit moet geven aan het bestrijden van duidelijke schendingen van het verbod op staatssteun in het EU-Verdrag. Zal Trump de EU dwingen om zich weer op haar kerntaken te richten en tegelijkertijd te voorkomen dat ze de overregulering aanpakt? Het is helemaal niet vergezocht.
Betuttelend klimaatbeleid onder druk
Een ander onderwerp dat Trump waarschijnlijk op tafel zal leggen, is het nieuwe protectionistische klimaattarief CBAM van de EU, of “Carbon Border Adjustment Mechanism”, dat een EU-tarief invoert op import uit landen die ervoor kiezen om het dure en betuttelende Europese klimaatbeleid niet te volgen.
India heeft al protest aangetekend bij de WTO. Het VK overweegt een soortgelijk tarief in te voeren om verstoring van de handel met de EU te voorkomen, maar dat zou een vergissing zijn. De UK Growth Commission heeft gewaarschuwd dat als het VK dit zou doen, het “zou kunnen leiden tot een verlies van het BBP per hoofd van de bevolking van ruwweg £150 tot £300”, of zelfs tot £650, in het geval dat de toeleveringsketens zich zouden hergroeperen rond de producenten met de laagste kosten.
De onderzoekers hebben ook de voordelen berekend van een alternatieve aanpak, waarbij men het Klimaat-Akkoord van Parijs zou vervangen door een “Klimaat- en Vrijheidsakkoord”. Ze schatten deze op 1000 pond per hoofd van de bevolking. Ook deze alternatieve aanpak zou wel eens in de smaak kunnen vallen bij Trump, die de Verenigde Staten waarschijnlijk opnieuw uit het collectivistische Akkoord van Parijs zal terugtrekken. Ondertekenaars van zo’n alternatief internationaal verdrag zouden handelsvoordelen genieten, op voorwaarde dat ze een klimaatvriendelijk vrijemarktbeleid voeren.
Een nieuwe studie van het Warsaw Enterprise Institute en gelijkgestemde denktanks legt uit dat dit de economie zou “ontbureaucratiseren”, samen met “belastingwijzigingen (…) om investeringen in PP&E (Property, Plant, and Equipment) winstgevender te maken op een manier die bedrijven niet alleen stimuleert om hun huidige capaciteiten te behouden, maar ook om te moderniseren en nieuwe projecten te ontwikkelen. Alle soorten subsidies moeten op een ordelijke en geleidelijke manier worden afgeschaft.”
Andere voorgestelde maatregelen die ondertekenaars van zo’n internationaal verdrag zouden kunnen invoeren, zijn belastingvrije “CoVictory bonds” en gerichte belastingverlagingen (Clean Tax Cuts, CTC’s) in de vier sectoren die verantwoordelijk zijn voor 80% van de uitstoot van broeikasgassen – vervoer, energie en elektriciteit, industrie en onroerend goed. Belastingverlagingen gericht op het afbreken van monopolies zijn een andere mogelijke maatregel.
Zo’n alternatieve aanpak van het klimaatbeleid zal waarschijnlijk niet op veel sympathie kunnen rekenen tijdens COP29, de klimaattop van de VN in Bakoe, Azerbeidzjan, maar het feit dat noch de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, noch de Duitse demissionaire bondskanselier Olaf Scholz deze conferentie zullen bijwonen, spreekt boekdelen over de resterende steun voor het huidige Europese betuttelende klimaatbeleid. Misschien kan de verkiezing van Trump steun voor een alternatieve aanpak aanwakkeren. De Europese ondernemingsfederatie BusinessEurope is daarbij terecht bezorgd dat het beleid van Trump, dat voluit de exploratie van fossiele brandstoffen steunt, de reeds slabakkende industrie in de EU zal penaliseren. Men kan verwachten dat dit soort zorgen zich zullen vertalen in een steeds grotere vraag om af te zien van de “green deal” van de EU en aanverwant beleid.
Oekraïne
Last but not least, is er de vraag hoe Trump zal omgaan met Oekraïne. Trump heeft gezworen het probleem binnen 24 uur op te lossen”. Volgens speculaties heeft zijn vicepresident, JD Vance, gesuggereerd dat de oorlog van Rusland in Oekraïne zou kunnen eindigen met het bevriezen van de conflictlijnen.
Benadrukt moet worden dat Trump geen specifiek vredesplan heeft goedgekeurd, stellen bondgenoten, inclusief hoe hij de Russische president Vladimir Poetin en de Oekraïense president Volodymyr Zelensky zou overhalen om aan dezelfde tafel te gaan zitten en te onderhandelen.
Voorlopig moeten we ons beperken tot speculaties over hoe zijn toekomstige team over dit alles denkt. Trump heeft Mike Waltz, een congreslid uit Florida, gekozen als zijn nationale veiligheidsadviseur. Hier komt Europa om de hoek kijken. Ostap Yarysh, de defensieredacteur van Voice of America stelt: “Over het algemeen draaien de opmerkingen van Waltz over Oekraïne vaak om het idee dat Europa (vooral Duitsland en Frankrijk) te weinig doet om Oekraïne te steunen en dat de VS meer moet eisen van deze landen.”
Waltz heeft zelf gepleit voor extra sancties tegen de Russische energiesector, in combinatie met het leveren van langeafstandsraketsystemen aan Oekraïne die Russisch grondgebied kunnen bereiken:
“De last kan niet alleen op de schouders van het Amerikaanse volk blijven rusten, vooral niet terwijl West-Europa een pas op de plaats krijgt. Er moet beleidsruimte zijn tussen Biden’s huidige strategie van “zolang het duurt” en degenen die “niet nog een dollar” eisen.
Bovendien hebben drie personen die momenteel helpen bij het opzetten van de nieuwe regering van Trump, aan de Wall Street Journal een plan uitgelegd om de oorlog te stoppen. Het zou inhouden dat Oekraïne accepteert dat de bezette gebieden verloren zijn, en dat Rusland een corridor accepteert met vredeshandhavers die door Europa worden betaald. Oekraïne zou bovendien ook afzien van toetreding tot de NAVO voor ten minste de komende 20 jaar. Tegelijkertijd zouden de Verenigde Staten wapens blijven leveren aan Kiev om Rusland af te schrikken van een nieuwe aanvalsoorlog.
Oekraïne zal niet veel keuze hebben om hiermee in te stemmen, maar zal deze strategie de Russische president Poetin overtuigen om de oorlog te beëindigen? Alleen de tijd zal het leren. Ondertussen zijn in Brussel de “usual suspects” al hard aan het werk om een goede crisis niet verloren te laten gaan. Sommige eurocraten hopen namelijk dat de overwinning van Trump de EU ertoe zal aanzetten om meer gezamenlijke schulden uit te geven, iets wat men wel een Brusselse obsessie kan noemen. Men had in Brussel echter beter geluisterd naar de afscheidsrede van voormalig secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg. In september waarschuwde hij dat Europese landen moeten voorkomen dat ze de defensie-inspanningen van de NAVO “dupliceren” met EU-initiatieven, en klaagde hij dat dit nu reeds de werking van NAVO bemoeilijkt. Het zou een bijzonder grote vergissing dat Europese landen denken dit soort duplicatie nog wat op te drijven, net nu Trump en de Verenigde Staten grote druk gaan uitoefenen op hun bondgenoten om de eigen NAVO-verplichtingen serieus te nemen.