Een schok voor de internationale handel
De handelsoorlog die de Amerikaanse President Donald Trump begin deze maand startte, woedt in volle gang.
(Artikel door Pieter Cleppe, ondervoorzitter van Libera! en hoofdredacteur van BrusselsReport.eu, zoals oorspronkelijk gepubliceerd op Opinie-Z op 18 april 2025.)
Ook al zwakte Trump de scherpste kanten er al van af, gaat het gemiddelde niveau van Amerikaanse douanetarieven volgens Bloomberg Economics van 2.4% in 2024 naar zo maar even 22.8%. Net na de aankondiging van Trump was de schatting dat dit 24% zou zijn, dus erg veel matigen doet Trump niet.
Toch lijkt het er op dat hij luistert naar de markten, en dan vooral de obligatiemarkten, eerder dan de aandelenmarkten. Zijn uitstel van 90 dagen werd immers aangekondigd net na een forse stijging van de Amerikaanse rente op 30 en 10 jaar. Wanneer het immers duurder wordt voor de Amerikaanse overheid om te lenen, heeft dit een grote impact op zijn beleid. Bovendien worden Amerikanen die willen lenen voor een huis of een auto hier ook door getroffen.
Volgens Fox News - journalist Charlie Gasparino kwam de stijging van obligatieverkopen trouwens door Japanse investeerders, die de grootste eigenaar van zo’n obligaties zouden zijn, al dan niet onder druk van de stijgende Japanse rente. Ondertussen blijft goud maar stijgen, wat allerhande theorieën over het einde van de Amerikaanse reservestatus weer doet aanzwengelen. In elk geval is de handelsoorlog economisch gezien niet bepaald goed nieuws voor de V.S., of de wereld.
China reageerde fors met allerlei tegenmaatregelen. Canada nam tegenmaatregelen, maar zwakte die alweer af. Het Verenigd Koninkrijk neemt geen tegenmaatregelen, en heeft volgens de Amerikaanse vice-President JD Vance daarom uitzicht op een handelsakkoord. Dit kan wel eens het eerste grote “Brexit-dividend worden. Het VK verlaagde trouwens ook al bepaalde importtarieven, om de schok voor de eigen economie te verzachten.
De Europese Unie bood “nul-voor-nul” tarieven op auto's en industriële goederen aan, maar dit wordt vooralsnog afgewezen door Trump, die stelde dat de EU zich zou moeten verplichten tot het kopen van 350 miljard dollar aan Amerikaanse energie, om zo verlichting te krijgen. De onderhandelingen verlopen ondertussen stroef. Een klein lichtpuntje is dat Frankrijk als gevolg van dit alles wat minder negatief staat ten opzichte van het vrijhandelsakkoord met het Latijns-Amerikaanse handelsblok Mercosur. Linkse anti-globalisten lijken te moeten kiezen tussen hun “Trump Derangement Syndrome” en hun afkeer van vrijhandel.
“Wederkerigheid”
Trump rechtvaardigt zijn maatregelen door te stellen dat handelspartners veel hogere tarieven heffen dan de VS en dat hij enkel “wederkerigheid” wil. Dat is gedeeltelijk waar. Hoewel er discussie is over de vraag of de EU of de VS het meest protectionistisch is, is het een feit dat Europa veel hogere tarieven heft dan de V.S. op landbouwgoederen en auto's.
Een probleem is echter de manier waarop Trump de tarieven van handelspartners berekent. Volgens financieel commentator James Surowiecki “namen ze voor elk land gewoon ons handelstekort met dat land en deelden dat door de export van het land naar ons,” en voegde eraan toe: “Wat een buitengewone onzin is dit.” Ook de Zwitserse regering - bekend om haar diplomatieke aanpak - beschreef de berekening als “onbegrijpelijk”.
Als onderdeel van de vergelding voor de Amerikaanse tarieven op staal en aluminium, die te onderscheiden zijn van de nieuw aangekondigde “Liberation Day” tarieven begin april, wilde de Europese Commissie tarieven tot 25 procent opleggen op een breed scala van exportproducten uit de VS. De eerste tarieven zouden pas vanaf 16 mei van kracht worden, maar dat is ondertussen alweer uitgesteld, om niet de indruk te geven dat de EU daarmee reageert op de nieuwe douanetarieven.
Als het gaat om vergelding van de onlangs aangekondigde Amerikaanse “Bevrijdingsdag”-tarieven, heeft de EU echter nog niet volledig met haar bazooka naar buiten getreden, ook vanwege verschillen tussen de lidstaten. Zeker Italië en Frankrijk zijn immers op hun hoede voor vergeldingsmaatregelen van de VS. Met haar “Anti-Coercion Instrument” (ACI) zou de EU-Commissie de Amerikaanse dienstensector, zoals “US big tech” en het bankwezen, kunnen treffen. Het geeft aan hoe dit alles gevaarlijk kan escaleren, zeker als Trump ook de Europese geneesmiddelensector zou gaan treffen.
Niet-tarifaire belemmeringen
Wanneer het aankomt op dingen aanbieden om Trump te sussen, is er veel laaghangend fruit voor de EU. De voor de hand liggende eerste stap zou moeten zijn om allerlei nieuw protectionisme waartoe de EU al heeft besloten, maar dat nog niet volledig is geïmplementeerd, gewoon te schrappen. In de eerste plaats betekent dit natuurlijk het schrappen van het nieuwe klimaattarief CBAM van de EU , het zogenaamde 'Climate Border Adjustment Mechanism', waarmee de EU belasting kan heffen op geselecteerde import uit landen die het dure Europese klimaatbeleid niet willen volgen. Dit betekent dat Europese consumenten twee keer betalen: voor de extra kosten van het EU-klimaatbeleid en voor de duurdere importen. De CBAM zorgt ook voor veel extra bureaucratie.
De afschaffing ervan zou een no-brainer moeten zijn, maar toch wordt er niet eens over gepraat. USTR, het agentschap voor buitenlandse handel van de Amerikaanse regering, heeft CBAM effectief al vermeld als een van de maatregelen die ze geschrapt wil zien, dus de EU kan hier maar beter snel werk van maken.
Bovendien zijn er veel nieuwe zogenaamde 'niet-tarifaire belemmeringen' gepland door de EU die in het Berlaymontgebouw kunnen worden opgesomd voor afschaffing als aanbod om Trump voor zich te winnen.
Volgens Europarlementariër Bernd Lange (Duitsland/S&D), voorzitter van de handelscommissie van het Europees Parlement, mikt Trump vooral op het afschaffen van Europese regelgeving en niet zozeer op het verlagen van douanetarieven. Lange, een socialist, wil hierover echter niet eens over onderhandelen, maar dat is kortzichtig, gelukkig in tegenstelling tot de Europees Commissaris voor handel, Maroš Šefčovič, die “niet-tarifaire belemmeringen” al expliciet vernoemde.
Veel van de Europese regels waar de VS zich aan ergert, zijn nog niet eens van kracht. Die regels zijn ook controversieel in Europa. Het schrappen ervan is in feite nauwelijks een grote concessie voor de EU. Hier hebben we het over allerlei nieuwe bureaucratische verplichtingen om zaken te doen met de EU. Een voorbeeld is de CSDD, een nieuw regelgevingspakket dat bedrijven verplicht om te onderzoeken of hun zakenpartners in de toeleveringsketen allerlei sociale en ecologische normen respecteren.
Een ander voorbeeld is de nieuwe ontbossingsrichtlijn van de EU. Deze riep zoveel protest op van zowel Europese handelspartners als de Europese industrie dat de EU eind vorig jaar besloot om de omslachtige nieuwe regelgeving een jaar uit te stellen.
De bedoeling van de regels is ervoor te zorgen dat er geen producten die ontbossing veroorzaken in de EU worden geïmporteerd. Maleisië was het eerste land dat hierover klaagde, omdat het de eigen palmolie-industrie hard zou treffen. Het land vindt het oneerlijk dat het wordt geconfronteerd met de nieuwe, zware bureaucratie, ondanks het feit dat het er volgens NGO's in is geslaagd om de ontbossing in de palmoliesector aanzienlijk terug te dringen. Dit is deels te danken aan haar strenge nationale controlestandaard, de MSPO. Een nieuwe versie van deze standaard zal nog strenger zijn dan die van de EU, maar de EU weigert desondanks deze als gelijkwaardig te bestempelen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, dat mede hierdoor toegang heeft gekregen tot het belangrijke CPTPP handelsverdrag.
Het Amerikaanse handelsagentschap USTR noemde EUDR samen met CBAM al expliciet als een van de EU-maatregelen die moeten worden afgeschaft. Het stelt: “De EU Deforestation-free Supply Chain Regulation (EUDR) verbiedt de invoer van zeven producten, waaronder vee, cacao, rubber en hout, tenzij exporteurs voldoen aan een aantal lastige nalevingseisen, waaronder due diligence en geolocatiegegevens. Er wordt geschat dat de EUDR mogelijk een impact zal hebben van 8,6 miljard dollar per jaar op de landbouw- en industriële export van de VS.”
Navarro
Ook Trump’s handelsadviseur Peter Navarro heeft benadrukt dat de Verenigde Staten echt willen dat zijn handelspartners niet-tarifaire belemmeringen schrappen. Hij zei: “Laten we Vietnam nemen. Als ze naar ons toekomen en zeggen dat we naar nul tarieven gaan, betekent dat niets voor ons omdat het de niet-tarifaire belemmeringen zijn waar het om gaat.”
Navarro is net zoals Trump een groot voorstander van douanetarieven. De theorieën over hoe zulke tarieven industrie zou kunnen lokken naar de V.S. zijn echter op weinig gestoeld. Ondanks het feit dat de V.S. sinds 1990 een 5 miljoen jobs verloren heeft in de industrie, zijn in die tijd er 11,8 miljoen banen bijgekomen in de professionele en zakelijke dienstverlening, en 3,3 miljoen in transport en logistieke activiteiten. Het is juist dat deïndustrialisering een groot probleem is voor het Westen, maar dat heeft meer te maken met een steeds vijandiger ondernemingsklimaat dan met een gebrek aan bureaucratie en belastingen om internationaal zaken te doen.
De Europese landen houden nu in elk geval best het hoofd koel. Donald Trump geeft protectionisme wereldwijd nu wel een flinke boost, maar wat minder bekend is, is dat de EU hier de afgelopen jaren ook een schadelijke rol heeft gespeeld, met de eigen groene regelbrij. Ironisch genoeg kan de EU dit nu deels goedmaken, dankzij Trump.