Diepe meningsverschillen op G20
Europese Unie moet stoppen zich als wereldregulator te gedragen.
(Artikel door Pieter Cleppe, ondervoorzitter van Libera! en hoofdredacteur van BrusselsReport.eu.)
Er komt maar geen einde aan het aantal internationale toppen, of het nu op niveau van de VN, de EU of de BRICS is. Deze week was het de beurt aan de G20-top in Brazilië. Die leverde een vage verklaring op, wat te wijten is aan de onderliggende spanningen tussen de deelnemende landen. Voorafgaand aan de top haalde het Franse dagblad Le Monde in een vernietigend commentaar uit naar de linkse president van Brazilië, Lula da Silva, door te stellen dat Brazilië “Moskou spaart en toenadering zoekt tot Peking”.
De spanningen gingen echter niet alleen over Oekraïne. Een van Lula's obsessies was om via de G20 een wereldwijde belasting van 2% op het inkomen van miljardairs door te drukken. Uiteindelijk slaagde hij erin om de belasting in de slotverklaring te krijgen, maar dit initiatief stuitte wel op fel verzet van Argentinië, nu geleid door de libertarische President Javier Milei. De G20-verklaring werd aangenomen, maar Argentinië verklaarde daarbij het gedeeltelijk oneens te zijn met bepaalde aspecten. Het is veelzeggend over de hopeloos linkse mentaliteit in West-Europa dat deelnemende landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië hier tevreden mee leken te zijn, net als met de inhoud van de zogenaamde “agenda 2030” van de VN voor “duurzame ontwikkeling”. In een toespraak haalde Milei hier hard uit; hij noemde het “een supranationaal programma van socialistische aard”. Hij maakte ook bezwaar tegen VN-voorstellen voor de regulering van “hate speech” op sociale media en omschreef deze terecht als een inbreuk op de nationale soevereiniteit.
Milei voerde verder aan: “Vandaag de dag wordt de internationale gemeenschap geregeerd door een systeem van opleggen, niet door een systeem van symmetrische en autonome samenwerking.” Hij waarschuwde: “Als het gaat om het opleggen van interventie in de economie, reken dan niet op ons.”
Het succes van Milei in eigen land valt steeds moeilijker te ontkennen. Vorige maand daalde de inflatie tot onder de 3 procent op maandbasis. Dat is nog steeds verschrikkelijk, maar het is voor het eerst sinds november 2021 dat de inflatie onder de 3 procent ligt. Het betekent een sterke daling ten opzichte van een jaar geleden, toen Milei werd verkozen.
Het is veelzeggend om te zien dat Argentinië de fakkel van Chili overneemt als het meest vrije marktvriendelijke land in Latijns-Amerika. Chili's privatisering van het pensioenstelsel, waarbij mensen grotendeels sparen voor hun eigen pensioen in plaats van te hopen dat er in de toekomst een brede basis van jonge belastingbetalers zal zijn, heeft geholpen om het aantal Chilenen dat onder de armoedegrens leeft terug te brengen van meer dan de helft van de bevolking naar minder dan een tiende.
In de afgelopen 10 tot 15 jaar is het beleid van Chili echter gewijzigd en is het land overgestapt op een meer gemengd pensioensysteem. In 2021 verkoos Chili zelfs een militant linkse politicus, Gabriel Boric, tot president. Bovendien brak er onlangs ook een grootschalig corruptieschandaal uit, waardoor Chili's reputatie als het op één na minst corrupte land van Latijns-Amerika, na Uruguay, een forse deuk opliep. Deze zomer werd Luis Hermosilla, een strafpleiter met nauwe banden met prominente zakenlieden en hooggeplaatste politici uit het hele Chileense politieke spectrum, aangeklaagd wegens omkoping, witwassen van geld en belastingfraude.
De zaak leidde ook tot het aftreden van het hoofd van de Chileense onderzoekspolitie, Sergio Muñoz, nadat hij er door aanklagers van werd beschuldigd vertrouwelijke informatie te hebben gedeeld met Hermosilla over lopende onderzoeken. Een van deze onderzoeken houdt verband met de toekenning van gokvergunningen aan de keten van casino's en resorts “Enjoy”. Moneda Patria Investments, een bedrijf met politieke connecties aan de rechterzijde van het politieke spectrum, zou blijkbaar profiteren van deze licenties. Een gerechtelijk onderzoek onderzocht of de wetgeving die destijds door de rechtse regering werd ingevoerd, Moneda ten goede kwam en of dit zelfs het faillissement van het bedrijf verhinderde. Het onderzoek werd in 2023 door een rechter stopgezet, maar nu komen er dus opnieuw vragen naar boven. In combinatie met andere schandalen wordt dit gezien als de reden voor de zware verliezen die president Boric leed tijdens de recente lokale verkiezingen.
Klimaatalarmisme
Een andere prioriteit die Lula probeerde door te drukken was een forser klimaatbeleid. Hij drong er op de G20 top op aan om vijf tot tien jaar eerder dan gepland de doelstelling van “klimaatneutraliteit” te bereiken. De tijden veranderen echter. De verwachte terugtrekking van de Verenigde Staten uit het klimaatakkoord van Parijs in 2025 kan worden gezien als een grote klap voor degenen die klimaatpaniek willen zaaien.
Een alternatieve aanpak kan daarom wel eens sneller wind in de zeilen krijgen dan gedacht. Men zou bijvoorbeeld het Akkoord van Parijs en de bijhorende benadering van steeds meer belastingen en reguleringen kunnen vervangen door een “Klimaat- en Vrijheidsakkoord”. Daarbij zouden ondertekenaars van zo'n alternatief internationaal verdrag profiteren van handelsvoordelen, op voorwaarde dat ze een klimaatvriendelijk vrijemarktbeleid voeren. Een studie van het Warsaw Enterprise Institute en gelijkgestemde denktanks legt uit dat dit “de economie zou ontbureaucratiseren”, samen met “belastingwijzigingen (...) om investeringen in PP&E (Property, Plant, and Equipment) winstgevender te maken op een manier die bedrijven niet alleen stimuleert om hun huidige capaciteiten te behouden, maar ook om te moderniseren en nieuwe projecten te ontwikkelen. Alle soorten subsidies moeten op een ordelijke en geleidelijke manier worden afgeschaft.”
Andere voorgestelde maatregelen die ondertekenaars van zo'n internationaal verdrag zouden kunnen invoeren, zijn belastingvrije “CoVictory bonds” en gerichte belastingverlagingen (Clean Tax Cuts, CTC's) in de vier sectoren die verantwoordelijk zijn voor 80% van de uitstoot van broeikasgassen - vervoer, energie en elektriciteit, industrie en onroerend goed. Belastingverlagingen die gepaard gaan met het ontmantelen monopolies zijn een andere mogelijke maatregel.
Zelfs als zo'n verdrag er niet komt, zorgt het nieuwe klimaattarief van de EU, het zogenaamde “carbon border adjustment mechanism” of CBAM, voor grote bezorgdheid op bijeenkomsten zoals de G20. Vooral India heeft zich verzet tegen het idee dat de EU tarieven zou gaan heffen op de invoer van handelspartners, alleen maar omdat deze landen het dure klimaatbeleid van de EU liever niet overnemen. Het Verenigd Koninkrijk overweegt momenteel of het CBAM zal kopiëren of niet, omdat het bang is markttoegang tot de EU te verliezen als het dat niet doet. Onderzoekers van de UK Growth Commission hebben hiervoor echter gewaarschuwd en schatten dat als het VK dit zou doen, het “zou kunnen leiden tot een verlies aan BBP per hoofd van de bevolking van ruwweg £150 tot £300”, of zelfs tot £650, in het geval dat de toeleveringsketens zich zouden hergroeperen rond de producenten met de laagste kosten.
Mercosur
In de marge van de G20 was er ook overleg tussen de EU-lidstaten en de leden van het Latijns-Amerikaanse handelsblok Mercosur over de mogelijke afronding van de handelsovereenkomst tussen de EU en Mercosur. Frankrijk heeft zich hier hard tegen verzet, maar het is niet zeker of het een blokkeringsminderheid zal kunnen vinden.
In theorie had er al een akkoord moeten zijn, maar de EU besloot de besprekingen te heropenen en eiste plotseling dat hun Latijns-Amerikaanse handelspartners een hele reeks extra milieuvoorwaarden zouden respecteren. Begrijpelijkerwijs verzetten die laatsten zich hiertegen. Daarbovenop kwam er protest van met name Brazilië tegen de ontbossingsverordening van de EU, die allerlei extra bureaucratische eisen stelt aan import in de EU die de ontbossing zouden verergeren. Daarbij weigert de EU om anti-ontbossingsnormen van handelspartners te erkennen. Met name Maleisië en Indonesië vonden het oneerlijk dat, ondanks het feit dat NGO's zoals Global Forest Watch hen in 2023 prezen voor het bereiken van een sterke vermindering van bosverlies, de EU weigert om hun normen als gelijkwaardig te verklaren, in tegenstelling tot het Verenigd Koninkrijk, dat dit wel doet.
Vorige week stemde het Europees Parlement om de controversiële wetgeving een jaar uit te stellen, nadat ook Brazilië en de Verenigde Staten daarom hadden gevraagd. Europarlementariërs stemden daarbij ook amendementen waarbij dat landen met de classificatie “geen risico” “aanzienlijk minder strenge eisen zouden krijgen omdat er een verwaarloosbaar of onbestaand risico op ontbossing is”. De Maleisische Palmolieraad (MPOC) wees er in een persbericht op dat de creatie van zo'n 'geen risico' categorie “een gemakkelijke uitweg zou kunnen bieden voor wetgevers om binnenlandse bedrijven vrij te stellen van de wetgeving, wat ruikt naar economisch protectionisme”, en voegde daaraan toe: “Een tweedeling in de regelgeving - Europese bedrijven beschermen en hun internationale handelspartners straffen - zou een verkeerd signaal afgeven aan de wereld, gezien het feit dat landen als Maleisië zo hard hebben gewerkt om te voldoen aan de EUDR.” Ook de landbouwfederatie van Brazilië uitte een soortgelijke bekommernis.
Conclusie
Uit dit soort discussies op toppen als de G20 blijkt dat de tijd dat de EU zich sterk maakte voor het steeds meer vrijmaken van de handel op internationaal niveau, al lang voorbij is. Ook in het kader van de komende onderhandelingen over de extra Amerikaanse tarieven die Trump wil opleggen, zal hij er zeker op wijzen dat de EU-tarieven op dit moment hoger zijn dan de Amerikaanse tarieven.
Eerlijk is eerlijk, aan de top van de Europese Commissie beseffen sommigen langzaam dat de EU op de verkeerde weg is. In het voorjaar gaf Sabine Weyand, de leidende ambtenaar op het handelsdepartement van de EU-Commissie, in een toespraak toe dat handelspartners steeds meer vraagtekens zetten bij het gebruik van het handelsbeleid van de EU om als “mondiale regulator” op te treden: “Het Zuiden en de opkomende en zich ontwikkelende economieën willen niet zomaar onze wetgeving kopiëren en stellen daarbij: wie heeft jullie aangesteld als wereldregulator? Dus ik denk dat we moeten samenwerken op het gebied van regelgeving. We moeten voor een echte coöperatieve aanpak kiezen.”
Voor het EU mag het duidelijk zijn wat zo’n “coöperatieve” aanpak moet inhouden: het simpelweg schrappen van de steeds talrijker wordende protectionistische regelgeving die de EU oplegt als voorwaarde om handel te kunnen drijven.