De echte NAVO-norm
De echte NAVO-norm voor België: strategisch bijdragen aan nieuw militair-industrieel complex in Europa.
(Artikel door professor Marc De Vos, oprichter van het Itinera Institute en laureaat van de Prijs voor de Vrijheid 2019 van denktank Libera!, zoals oorspronkelijk gepubliceerd in Trends op 10 september 2024.)
We hebben allemaal fantoompijn door het verlies van onze ‘wereld van gisteren’. Dat was een wereld van vrede, democratie en vrijhandel, van westerse dominantie onder het goede oog van hypermacht Amerika. De wereld van vandaag en morgen is er een van conflict, autoritarisme en nationalisme, van westers verval onder het kwade oog van oorlogszuchtige of revanchistische regimes.
Onze fantoompijn verhult de implicaties van die gevaarlijke wereldwanorde voor onszelf, als de gewezen winnaars en architecten van de vorige wereldorde. Er is de nieuwe geografie van dreiging. De vele grenszones tussen Europa en Rusland. Amerika en zijn allianties in Zuidoost-Azië, tegenover een assertief China. De nieuwe ‘as van het kwaad’ tussen Peking, Moskou, Teheran en Pyongyang, die wereldwijd onrust, verzet of agressie voedt. Een gordel van staatsgrepen in Afrika. De nieuwe conflictzones in de ruimte, op de zeebodems, langs ijsvrije zeeroutes en in cyberspace.
Er is de nieuwe aard van de dreiging. Oekraïne leert ons hoe een hedendaagse oorlog het klassieke militaire versmelt met het moderne technologische en industriële. Onze hele infrastructuur voor communicatie en informatie, te land, ter zee, in de lucht en in de ruimte. Onze energiebevoorrading en onze capaciteit voor de industriële productie die elke oorlogsvoering vergt.
Weerbaarheid in die nieuwe wereld vergt veel meer dan militaire uitgaven. Het is een totaalstrategie die verklaart waarom bijvoorbeeld de Verenigde Staten ongegeneerd nationalistisch zijn in industrie en technologie. Amerika kan simpelweg geen oorlog rond pakweg Taiwan aan zonder meer kritieke technologie en productie op Amerikaans grondgebied. Idem voor Europa, dat via de Europese Unie een mate van strategische autonomie wil bereiken. Onze westerse samenlevingen militair beschermen, vergt het selectief doorknippen van de economische en technologische globalisering, helaas.
Dan zijn er de nieuwe militaire strategische imperatieven. Geen herhaling van het Oekraïnescenario: de NAVO moet een mogelijke invasie kunnen terugslaan in plaats van ze na een bezetting te moeten terugdrijven. De nieuwe as van het kwaad heeft ook een nieuwe nucleaire wapenwedloop ontketend. Westerse democratieën lopen achterop en zijn ook geenszins in staat een gecoördineerde raketaanval vanuit meerdere landen af te slaan. Nieuwe kernwapens zijn daarom ook bij ons onvermijdelijk.
Naast nieuwe gemeenschappelijke militaire capaciteit moeten individuele westerse landen ook gerichte capaciteit kunnen ontwikkelen voor specifieke nationale of regionale risico’s. Denk aan onze havengebieden of aan de landen die grenzen aan Rusland. Niet voor niets coördineert Polen een alliantie die de IJzeren Koepel van Israël daar wil kopiëren. En dan is er nog het onderhouden van de oorlogsinspanning in en door Oekraïne.
Tel dat allemaal samen en je beseft dat de fameuze NAVO-norm voor defensie-uitgaven van 2 procent van onze jaarlijkse economische welvaart volstrekt niet volstaat. Puur militair is het een vredesnorm, die dateert van het presidentschap van Barack Obama. Het is geen plafond maar een bodem, die de nieuwe strategische oorlogsrealiteit voor de NAVO niet kan dragen. Daarenboven capteert de norm geenszins de hybride werkelijkheid dat defensie de heropbouw van eigen industrie en technologie impliceert.
De landen die vooroplopen in defensie, zijn de landen die de nieuwe industrie en technologie zullen ontwikkelen. De echte NAVO-norm voor het nalatige België is niet de fameuze 2 procent defensie-uitgaven, maar strategisch bijdragen aan een nieuw militair-industrieel complex in Europa. Als we nalatig blijven in het eerste, verliezen we het tweede. Laat dat doordringen bij iedereen die zich dezer dagen moet buigen over regeringen en begrotingen.