De antisemitische onderbuik van links

vr 5 apr 2024 - 11:14

NGO's spelen een dubieuze rol in Gaza. 

(Artikel door Pieter Cleppe, ondervoorzitter van Libera! en hoofdredacteur van BrusselsReport.eu, zoals oorspronkelijk gepubliceerd op Opinie-Z op 1 april 2024.)

Samidoun is een extremistische pro-Palestijnse organisatie met banden met de PFLP, een Palestijnse terreurorganisatie. In Duitsland is Samidoun verboden maar in de Lage Landen niet. Ze zijn hier prominent aanwezig bij pro-Palestijnse protesten, vergezeld door NGO’s en linkse politici. Het nieuwe antisemitisme is vooral bij linkse politieke partijen terug te vinden en heeft oude historische antecedenten.

Mohammed Khatib is de EU-coördinator van Samidoun, een extremistische pro-Palestijnse organisatie. De man woont in België, en geniet de status van vluchteling. In een webinar over de terreurraid in Israël door Hamas op 7 oktober verleden jaar, stelde hij dat dit “een glorieuze dag” was, die hem trots maakte. De organisatie wordt beschouwd als mantelorganisatie van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), een Palestijnse terreurorganisatie die berucht is vanwege vliegtuigkapingen en moordaanslagen. Ook zouden terroristen die banden hebben met de PFLP betrokken geweest zijn bij de terreuractie op 7 oktober.

Samidoun

In Duitsland is Samidoun verboden, wat inhoudt dat het vermogen van de organisatie in Duitsland in beslag wordt genomen, dat uitingen op internet en sociale media zijn verboden en dat mensen die actief zijn voor de organisatie strafbaar zijn. In zowel België als Nederland is de organisatie legaal. In Nederland is het verheerlijken van terrorisme niet strafbaar. Samidoun wordt in Duitsland echter ook verdacht van financiering van terrorisme, dus het is maar de vraag waarom ze in de lage landen hun gang kunnen gaan.

Ngo’s

Los van de criminele aard van Samidoun is het bedenkelijk om te zien hoe de organisatie prominent aanwezig is in betogingen tegen de Israëlische militaire actie in Gaza, in gezelschap van ngo’s die opkomen voor de rechten van vrouwen, homo’s en jongeren en van organisaties die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking. Ook bij de zeer beladen opening van het Holocaustmuseum in Amsterdam op 10 maart 2024 wapperden enkele demonstranten met de vlag van Samidoun.

Organisaties zoals Samidoun ondersteunen de terreurgroep Hamas openlijk. In de Gazastrook, waar Hamas bijna twee decennia aan de macht is, worden de fundamentele rechten van vrouwen en homo’s zwaar geschonden. Ongetrouwde vrouwen mogen Gaza niet verlaten zonder toestemming van een mannelijke voogd, en homoseksualiteit wordt er bestraft met foltering en de dood.

In een commentaarstuk over het Duitse verbod op Samidoun stelt de Belgische journalist Bruno Struys: “Dat Samidoun, een organisatie die de terreurdaden van Hamas goedkeurt, wel kan meestappen in Brussel, maar niet in Duitsland, zal hen bij ons versterken.” Volgens hem doet het ook “denken aan de campagne van ngo’s en linkse politici tien jaar geleden om Oussama Atar vrij te krijgen. Die zou later de aanslagen van 22 maart beramen.”

Oussama Atar, een Belg uit Brussel, was het brein van de aanslagen in Parijs en Brussel in 2015 en 2016. Voor hij zich opwerkte tot de top van Islamitische Staat, was hij tijdens de Amerikaanse bezetting van Irak door de Amerikanen al opgepakt, omdat ze hem als gevaarlijk beschouwden. Dat was in 2005. Als gevolg van een campagne door Brusselse politici en een aantal ngo’s, zoals Amnesty International, schaarden de Belgische autoriteiten zich achter zijn zaak en werd hij uiteindelijk vrijgelaten. Terug in België richtte hij zich vervolgens volop op het uitbouwen van een terreurnetwerk en het heen en weer reizen naar het Midden-Oosten, met de bekende vreselijke gevolgen.

Dat men tegen de Israëlische actie is in Gaza, of dat men vindt dat een Belgische burger zoals Oussama Atar niet zomaar gevangen mag worden gehouden door een Amerikaanse bezettingsmacht in Irak, is één zaak. Dat men daarbij echter schouder aan schouder samen optrekt met bijzonder bedenkelijke extremisten is echter iets heel anders. Keer op keer bezondigen NGO’s zich hieraan. Het dient hun zaak niet, maar daar lijken ze zich niet van bewust.

Linkse politici

Ook veel linkse politici zijn in hetzelfde bedje ziek. Na de bloedige aanval door Hamas op 7 oktober, weigerde de Franse linkse populist Jean-Luc Mélenchon als enige politieke leider om de terreur te veroordelen. Het gaf de doodsteek aan “Nupes”, een verbond van linkse Franse politieke partijen, dat nochtans aan de leiding stond in de peilingen voor de EP-verkiezingen. Het was ook het eerste incident niet waarbij de partij van Mélenchon er bedenkelijke dubbele standaarden op na bleek te houden, telkens wanneer er Joden betrokken zijn.

Het Zweedse sociaaldemocratische Europarlementslid Evin Incir slaagde er dan weer in om een EP-rapport op te maken over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Palestijnse Autoriteit, zonder melding te maken over Hamas, terrorisme, antisemitisme of de vervolging van Palestijnse christenen door Palestijnen.

Een onderzoek door de Belgische historica Sylvie Lausberg en het liberale Belgische parlementslid Viviane Teitelbaum onthult voorts dat ook de media dringend eens de hand in eigen boezem moeten steken. De dames, die in het verleden beiden voorzitter waren van de Franstalige Vrouwenraad van België (CFFB), stellen namelijk dat het maar liefst zestig dagen na de terreuraanval op 7 oktober was dat de Franstalige overheidsomroep RTBF berichtte over de toen door Hamas gepleegde seksuele delicten, en dan nog enkel via drie korte nieuwsitems. Dit terwijl het internationaal persagentschap Reuters er reeds op 15 oktober gewag van maakte.

De onderzoeksters hekelen in het bijzonder dat op de website van de RTBF historica Anne Morelli wordt benadrukt dat “alle getuigenissen met een korreltje zout moeten worden genomen”. Zouden feministische NGO’s dergelijke uitspraken in een andere context aanvaarden? Toch was er vanuit die hoek geen protest te horen, terwijl vrouwenrechtengroepen wel deelnemen aan de protesten waar ook de extremisten van Samidoun vaste klant zijn.

Het ironische is daarbij dat diezelfde RTBF beweert nieuws te publiceren “vanuit een genderperspectief”, wat een feministisch oogpunt veronderstelt. Sommige private media, namelijk La Libre en RTL, waren iets sneller – 14 november – maar voor de linkse Franstalige Belgische krant Le Soir duurde het maar liefst tot 15 december voor het een eerste artikel wijdde aan het onderzoek naar de verkrachtingen op 7 oktober.

Links antisemitisme

Journalisten zijn net zoals NGO’s voornamelijk links georiënteerd. Het mag dan ook niet verbazen dat volgens de Britse “Campaign Against Antisemitism” het nieuwe antisemitisme vooral bij linkse politieke partijen is terug te vinden. Maar liefst tachtig procent van geregistreerde gevallen van antisemitisme situeren zich bij linkse partijen.

Jammer genoeg heeft links antisemitisme oude historische antecedenten. De 19e-eeuwse Franse radicaal Pierre Leroux, die de term “socialist” populair maakte, was bijvoorbeeld een onverbeterlijke antisemiet. Hij stelde: “Als we het over de Joden hebben (…) bedoelen we de Joodse geest – de geest van winst, van profijt, van gewin, van speculatie; in één woord, de geest van de bankier.”

Het valt moeilijk te ontkennen dat dit soort denken allesbehalve verdwenen is.