Breek het monopolie van de onderwijskoepels af
De PISA-resultaten waren eens te meer rampzalig. Dagenlang consternatie, analyses, oplossingen, goede voornemens tot het relativeren van resultaten. Eén analyse werd over het hoofd gezien: het onaantastbare monopolie van de twee onderwijskoepels.
(Artikel door Peter De Keyzer, oprichter van Growth Inc. en laureaat van de Prijs voor de Vrijheid 2014 van denktank Libera!, zoals oorspronkelijk gepubliceerd in Trends op 13 december 2023.)
Tijdens de twee decennia durende neergang van de onderwijsresultaten waren het dezelfde twee onderwijskoepels, dezelfde politieke partijen en experts, die van bovenaf bepaalden wat goed was voor het onderwijs. Wie aan hen durfde te twijfelen, werd voor dom versleten. Trust the experts, weet u wel.
Waar zijn ze nu allemaal? Wie heeft zich al publiek verontschuldigd? Wie heeft ontslag genomen? Iedereen bevoegd, niemand verantwoordelijk. Waarom zou de heropstanding van het onderwijs dan plots van dezelfde mensen komen? Vergeet het.
Het probleem van het onderwijs is hetzelfde als dat van de NMBS. Een monopolist denkt eerst aan zichzelf, dan pas aan de klant – ondermaatse dienstverlening voor een veel te hoge prijs. Met het onderwijsbudget per leerling staat Vlaanderen aan de Europese top. Maar de onderwijsresultaten dalen steeds verder.
De gevolgen zijn minder toekomstige welvaart, minder concurrentiekracht en meer ongelijkheid. Kansrijke ouders zorgen nu al voor alles: van bijlessen tot een voltijdse tutor. Kansrijke ouders zijn nu al bezig met private scholen, met hogere lonen, meer vrijheid en meer kwaliteit.
Het kind van twee advocaten komt wel terecht, dalende onderwijskwaliteit of niet. Het kind van twee nieuwkomers kan het schudden. Die heeft alleen maar de school als enige strohalm. Een kaduke strohalm. De ongelijkheid zal zo alleen maar groter worden.
Het systeem is niet gericht op zo goed mogelijk onderwijs voor iedereen. Het systeem is gericht op het in stand houden van het status quo: twee koepels die in totaal bijna 15 miljard euro naar eigen goeddunken mogen besteden.
Voor wie nog gelooft in hervormingen van binnenuit: veel succes. Machtige vakbonden, adviesraden, comités, overlegorganen en talloze pedagogen zaten de afgelopen twee decennia aan de knoppen tijdens de neergang. Die zullen het minimale doen wat nodig is, maar hebben geen zin om te veranderen. Alleen een externe schok kan voor verandering zorgen.
De volgende minister van Onderwijs moet zich dan ook met drie prioriteiten bezighouden: meer concurrentie, meer transparantie en directe steun voor kansarmen. Maak het ten eerste makkelijker om nieuwe scholen te starten. Vandaag is dat heel moeilijk. Zogezegd om de kwaliteit te bewaken, in werkelijkheid om concurrentie voor de huidige twee koepels – de monopolisten – uit te schakelen. Laat nieuwe initiatieven starten met aanvankelijk minimale eisen. Tien gemotiveerde leerkrachten met een goed plan? Laat hen beginnen, financier hen en help hen. In plaats van hen tegen te werken.
Organiseer bovendien elk jaar centrale toetsen per jaar en per studierichting en publiceer die resultaten. Koppel die resultaten aan de sociaal-economische score van de leerlingen. Beloon scholen die leerwinst boeken en laat alle ouders zien waar hun kinderen de beste kansen hebben. Vandaag beslissen ouders blind.
Geef directe steun aan zwakkeren. Geef elk kind een financiële rugzak, die ze meenemen naar de school van hun keuze. Kansarme leerlingen krijgen een grotere rugzak mee. De beste scholen zullen de meeste middelen krijgen en mogen daarmee hun eigen loonbeleid ontwikkelen. School. Leerkracht. Leerling. Wie beter zijn best doet, gaat er sneller op vooruit.
Tot slot. Ik besef dat leerkracht worden een roeping is. Geld is niet de eerste drijfveer en een roeping valt niet uit te drukken in euro’s. Maar wat als we ervoor kunnen zorgen dat al het talent, alle energie en de passie van zoveel leerkrachten effectiever zou kunnen worden omgezet in leerwinst? Dat die energie niet meer verloren gaat in het in stand houden van een machtsbastion, maar in het laten groeien van al onze jongeren.