De vergeten paragraaf van Mario Draghi
In Europa willen we niet dat het beste idee wint, wel het politiek meest gewenste idee.
(Artikel door Peter De Keyzer, oprichter van Growth Inc. en laureaat van de Prijs voor de Vrijheid 2014 van denktank Libera!, zoals oorspronkelijk gepubliceerd op Trends van 19 september 2024.)
Vorige week is het langverwachte rapport van Mario Draghi over de Europese concurrentiekracht gepubliceerd. Een sterk punt is de sense of urgency. Het is de eerste keer dat op het hoogste Europese niveau openlijk wordt gezegd dat Europa achteroploopt tegenover andere regio’s. De output per werknemer groeide in Europa de afgelopen twee decennia met minder dan 15 procent, tegenover meer dan 35 procent in de Verenigde Staten. Met onze krimpende arbeidsbevolking in Europa is productiviteitsgroei onze enige groeimotor. Blijft onze productiviteitsgroei steken op het niveau van de afgelopen jaren? Dan is een stagnatie van de Europese economie tot 2050 het hoogst haalbare.
Nog een sterk punt is de focus op meer Europese eenheidsmarkt. Die is in de praktijk allesbehalve eengemaakt. Banken, telecom, defensie en industriële bedrijven zijn nationaal georiënteerd. Zo missen ze de schaal om wereldwijd te concurreren. Overnames over de grenzen heen botsen vaak op een veto van Europa of nationale overheden. In 2019 blokkeerde de Europese Commissie de fusie tussen twee Europese treinbouwers, het Franse Alstom en het Duitse Siemens. Vandaag worden beide afgetroefd door Chinese concurrenten.
Het voorstel van Mario Draghi om de Europese binnengrenzen af te breken, houdt steek. Willen we dat de beste bedrijven groeien, dan moeten de binnengrenzen weg en moeten grensoverschrijdende fusies en overnames mogelijk zijn. Dat moet voor elk land gelden. Het kan niet dat België overnames moet toelaten, terwijl Frankrijk uit chauvinisme de overname van elk Frans bedrijf weigert.
Concurrentie
Waar Mario Draghi de bal misslaat, is in zijn geloof in centrale planning, schulden en belastingen als recepten voor groei. Volgens het rapport is tot 800 miljard euro per jaar aan investeringen nodig, waarvan een stuk voor rekening van de overheid. Vooral de nadruk op het “coördineren van investeringen” is verontrustend. Dat doet vermoeden dat de Europese Commissie of overheden kiezen welke industrieën en technologieën de moeite waard zijn. Het was ook de Europese Commissie die vijf jaar geleden verkondigde dat de Green Deal een zegen zou zijn voor Europa. Quod non. Waarom zou ze het deze keer wel bij het rechte eind hebben?
Innovatie en groei komen van onderuit. Het is een illusie dat overheden of hun experts perfect weten welke technologie de volgende twintig jaar succesvol zal zijn. De strijd voor het winnende idee, het winnende product of de winnende technologie wordt het best gevoerd door ondernemingen. Dat heet concurrentie. Ondernemers die op het verkeerde paard hebben gewed, stoppen ermee of gaan failliet. Overheden die vaststellen dat ze de verkeerde keuze maken, gaan gewoon door. Of maken schulden om iets anders te proberen. Concurrentie is dan ook de beste garantie op het beste product, de beste dienst, innovatie en een hogere productiviteit.
De vergeten paragraaf van Mario Draghi
Tot slot ontbreekt een belangrijke paragraaf in het rapport-Draghi: een over politieke cultuur. Europa is als continent meer collectivistisch, meer gehecht aan het status quo en meer risicoavers. We willen graag een hogere productiviteitsgroei, maar zijn niet bereid de veel brutalere concurrentie en grotere persoonlijke risico’s erbij te nemen.
Kijk maar naar hoeveel subsidies overheden hier uitdelen. Kijk naar de grote industriële plannen van overheden of naar de bedrijven die eigendom zijn van de overheid. Subsidies, overheidssteun en staatsbedrijven illustreren dat de politiek wil bepalen welk bedrijf of welke technologie de beste is, niet de burger-consument. In Europa willen we niet dat het beste idee wint, wel het politiek gewenste idee. Laat dat de grootste handicap zijn die een hogere productiviteitsgroei in de weg staat. Zolang politici en experts menen dat ze het beter weten dan de vrije markt, zal onze productiviteitsgroei en welvaartscreatie achteroplopen.