In de Europese Unie gaat de centralisatie gewoon verder
Tijdens het eerste mandaat van Ursula von der Leyen explodeerde de Europese regelgeving, zeker op vlak van Milieu en de digitale sector. In zijn recent rapport luidde voormalig ECB-voorzitter Mario Draghi daarom de alarmbel. Hij schreef dat ‘we met deze wetgeving onze bedrijven om zeep helpen’. Von der Leyen lijkt evenwel weinig te leren van de almaar grotere publieke onvrede.
(Artikel door Pieter Cleppe, ondervoorzitter van Libera! en hoofdredacteur van BrusselsReport.eu, zoals oorspronkelijk gepubliceerd op Doorbraak.be op 26 september 2024.)
De voorgestelde portefeuilleverdeling voor haar nieuwe Europese Commissie toont dat duidelijk aan. De benoeming van figuren als Stéphane Séjourné, Teresa Ribera en Christophe Hansen als nieuwe Eurocommissarissen versterkt alleen maar het gevoel dat de Commissie gewoon wil doorgaan op de huidige koers.
Breton
Het plotselinge aftreden van Thierry Breton markeerde een belangrijk moment in de voortdurende machtsconsolidatie onder Von der Leyen. De Franse Eurocommissaris, een criticus van Ursula von der Leyen, stapte op nadat hij haar ervan beschuldigde een deal te hebben gesloten met de Franse president Emmanuel Macron om hem te verwijderen in ruil voor een meer invloedrijke rol voor Frankrijk.
Dat Von der Leyen erin slaagde om Frankrijk ervan te overtuigen Breton te verwijderen, toont de toenemende macht van de voorzitter van de Europese Commissie. Dat staat in contrast met de jaren 1990, toen Jacques Santer er niet in slaagde de Franse Commissaris Edith Cresson te overtuigen om af te treden, ondanks haar betrokkenheid bij een corruptieschandaal.
Ook in haar bevoegdheidsverdeling zorgt Von der Leyen voor een grotere centralisatie van de eigen macht. Politico noemde het een ‘machtsgreep’, waarbij getrouwen als de Slovaak Maroš Šefčovič en de Let Valdis Dombrovskis cruciale posities krijgen met verantwoordelijkheden over respectievelijk handel en nationaal begrotingstoezicht.
‘Business as usual’
Zorgwekkend is hoe Von der Leyen daarbij sleutelfiguren benoemt die groot voorstander zijn van het huidige controversiële Europese klimaatbeleid. Een deel van die bevoegdheid gaat immers naar Teresa Ribera, een Spaanse socialiste met een lange geschiedenis in het promoten van klimaatbeleid dat velen als economisch schadelijk beschouwen. Ze wordt verantwoordelijk voor een ‘schone, rechtvaardige en concurrentiële transitie’.
Zij wordt ook Eurocommissaris voor Mededinging. Dat is bijzonder zorgwekkend. Als er iets is wat haar niets kan schelen, dan is het wel het Europese verbod op staatssteun, wat zeker belangrijk is voor kleinere lidstaten.
Dat blijkt onder meer uit de miljarden aan subsidies voor ‘groene waterstof’ die door de Spaanse regering, waar zij lang deel van uitmaakte, worden uitgekeerd. Daarbij worden kritische rapporten van de Europese Rekenkamer over een dergelijke aanpak gewoonweg genegeerd.
Ook problematisch is haar verzet tegen kernenergie, zowat de enige energiebron die het behoud van onze levensstandaard kan combineren met het terugdringen van de CO2-uitstoot. Ribera is trouwens niet de enige die tegen kernenergie is.
De Deen Dan Jørgensen, een andere belangrijke speler in het energiebeleid van de Europese Commissie, deelt haar verzet. Zijn Deens beleid als minister werd gekenmerkt door kostbare en uiteindelijk mislukte energieprojecten. Net nu het nucleaire opnieuw populair is, benoemt Von der Leyen tegenstanders van deze energiebron.
Handelsspanningen
Nog een problematische figuur is de Luxemburger Christophe Hansen, die de nieuwe Eurocommissaris voor Landbouw wordt. Als voormalig rapporteur voor de ontbossingsrichtlijn van de EU is hij verantwoordelijk voor een maatregel die heeft geleid tot aanzienlijke spanningen tussen de Unie en verschillende handelspartners.
Eerst waren het vooral belangrijke exporteurs van palmolie zoals Maleisië en Indonesië die klaagden. Zij vonden de EU-eisen onzinnig, aangezien nu al 93 procent van hun palmolie-invoer naar Europa duurzaam is.
Nog meer kritiek
De weigering van de EU om de ontbossingsnormen van die handelspartners te erkennen, die volgens ngo’s effectief zijn geweest in het terugdringen van bosverlies, heeft de handelsbesprekingen met de groeiregio Zuidoost-Azië geblokkeerd. Het Verenigd Koninkrijk erkent daarentegen eenvoudigweg de lokale standaarden en geeft daarmee blijk van een meer pragmatische aanpak.
De laatste tijd kwam er echter ook vanwege andere handelspartners zware kritiek. Met name de Verenigde Staten en Brazilië vragen nu om de implementatie van de bewuste richtlijn uit te stellen. Ook Duitsland, met nochtans groenen in de regering, doet dit nu. Het is maar de vraag of een Europarlementslid dat nauw betrokken was bij dit soort wetgeving nu beloond moet worden met een belangrijke post als landbouw.
Meer EU-schuld?
Aan de lijst van problematische figuren kan je ook Andrius Kubilius uit Litouwen toevoegen, die het zitje van de Commissaris voor Defensie wil innemen. Bloomberg noemde hem al de ‘eerste defensiechef van de EU’. Kubilius verspilde geen tijd om te pleiten voor een meer gezamenlijke Europese schulduitgifte, waarmee hij 500 miljard euro wil uitgeven.
Blijkbaar beseft de man zelf al hoe politiek onhaalbaar dit is, want hij stelde al meteen voor er alternatieve financieringsbronnen voor te gebruiken: het coronaherstelfonds van de EU en het ESM, het noodfonds van de eurozone.
Peperdure regeling
Ook Stéphane Séjourné, kandidaat om Eurocommissaris te worden en de vervanger van Breton, die een nauwe bondgenoot is van de Franse president Macron, steunt volop de centralisatie van de EU. Hij was tot januari Europarlementslid en stemde daar enthousiast voor EU-belastingen, een peperdure klimaatregulering en klimaatprotectionisme via nieuwe toltarieven.
De man steunde ook het beruchte verbod op de verbrandingsmotor, wat meer en meer symbool staat voor het Europese industriële zelfmoordbeleid. Ironisch genoeg wordt Séjourné als Eurocommissaris nu verantwoordelijk voor welvaart en de industriële strategie.
‘Queen Ursula’
De bevoegdheidsverdeling is veelzeggend voor de staat van de EU. Een EU-diplomaat, die commentaar gaf op Von der Leyens verdeling van de portefeuilles, legt uit dat ‘als je kijkt naar wie de leiding heeft over de directoraten-generaal (de equivalenten van de nationale ministeries, red.), het allemaal de vertrouwelingen van Von der Leyen zijn.’
In theorie kunnen zowel het Europees Parlement als de EU-lidstaten alles nog eens doen herbekijken, maar in de praktijk is dat onwaarschijnlijk. Alle akkoorden over de invulling van topjobs hangen van elkaar af, en daar heeft ‘Queen Ursula’ handig gebruik van gemaakt.